Bijlage nr. 246
-2-
De V0. heeft het karakter van een "raamwet"; de inrichting en organisatie
van het onderwijs is in grote lijnen in de U.V.O. vastgelegd, vele zaken
zullen bij algemene maatregel van bestuur worden geregeld.
Planprocedure
Ingevolge artikel 65 van de U.V.O. stelt de minister, de onderwijsraad ge
hoord, jaarlijks vóór 1 oktober een plan vast van scholen, die in de drie
kalenderjaren, volgende op het jaar van de vaststelling, voor bekostiging
uit 's rijkskas in aanmerking zullen worden gebracht. Een verzoek om opneming
in het plan dient vóór 1 februari van het jaar, voorafgaande aan dat van de
vaststelling, bij de minister te worden ingediend.
Voor wat betreft de gemeentelijke scholen voor voortgezet onderwijs mogen
wij U in herinnering brengen, dat Uw raad in zijn vergadering van 22 juni
1967 heeft besloten toe te treden tot de tussen de gemeenten Amsterdam,
s-Gravenhage en andere aangegane gemeenschappelijke regeling, welke rege
ling onder meer tot doel heeft de behartiging van de belangen van het gemeen
telijk voortgezet onderwijs, in het bijzonder voor wat betreft het opstellen
van deelplannen voor scholen voor voortgezet onderwijs op de voet van artikel
66, lid 4, van de U.V.O.
Ingevolge het gestelde in artikel 120 van de overgangswet U.V.O. zal het eerste
plan van scholen (voor de jaren 1970, 1971 en 1972) door de minister van on
derwijs en wetenschappen vóór 1 oktober 1969 dienen te worden vastgesteld.
Daar wij van mening waren, dat het huidige scholenbestand in de sector van
het gemeentelijk voortgezet onderwijs geen aanleiding gaf voorstellen te doen
voor het opnemen van gemeentelijke scholen voor voortgezet onderwijs in het
scholenplan 1970, 1971 en 1972 hebben wij Uw raad ter zake geen voorstel ge
daan
Bekostiging van het voortgezet ondertrijs.
Ingevolge het bepaalde in artikel 77 van de U.V.O. worden de kosten van de
gemeentelijke en bijzondere scholen voor voortgezet onderwijs door het rijk
vergoed met inachtneming van de artikelen 78 tot en met 115 van de U.V.O.
Aan bijzondere scholen voor voortgezet onderwijs mogen uit de openbai-e kas
geen vergoedingen worden toegekend dan krachtens de bepalingen van de U.V.O.
Te Uwer informatie voegen wij hierbij (als bijlage i) een overzicht*) van de
wijze waarop de scholen voor voortgezet onderwijs in de toekomst door het rijk
zullen worden vergoed.
Daar de gemeentebesturen vooral met de scholen voor v.g.l.o. en u.l.o. een
(financiële) bemoeienis hebben gehad en dit voor deze scholen in de toekomst
nog zullen hebben, lijkt het ons van belang de in de overgangswet U.V.O. ten
aanzien van die scholen opgenomen bepalingen in een afzonderlijk overzicht*)
(bijla ge IIaan U over te leggen.
Inpassing scholen voor voortgezet onderwijs.
In titel IV van de overgangswet U.V.O. is de inpassing van het bestaande onder
wijs geregeld, dat wil zeggen de overgang van de bestaande scholen in het stel
sel van de U.V.O.
Voor zover dit voor de plaatselijke situatie van belang is, volgen onderstaand
een aantal gegevens over de inpassing van de Bredase scholen.