gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 255 7 juni 1968 S1/ 2757-8219 Voorstel van "burgemeester en wethouders tot wijziging van de op de geldleningen van de gemeentelijke kredietbank val lende tarieven en kosten. Krachtens raadsbesluit van 13 oktober 1965? goedgekeurd door gedepu teerde staten van ïïoord-Brabant d.d. 24 november 1965? G. no45059? is ter zake van lenersvergoeding door de geldnemers van de gemeente lijke kredietbank een disconto verschuldigd van 16 L/o per jaar, bere kend ovei" het gemiddeld uitstaand bedrag. De minister van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk heeft ons er, via gedeputeerde staten van Hoord—Brabant, op attent gemaakt, dat dit tarief voor leningen met een kredietsom boven 1.500,c.q. met een looptijd van langer dan 24 maanden, tot een hogere interest vergoeding leidt dan op grond van de maxima volgens de geldschieters- wet aan particuliere geldschietbanken is toegestaan, ('Jij merken op, dat voor gemeentelijke geldschietbanken geen maxima zijn gesteld) De bezwaren van genoemde minister zouden geheel zijn ondervangen als in het reglement van de gemeentelijke kredietbank een bepaling zou worden opgenomen, inhoudende, dat wegens rente en kosten nimmer meer verschuldigd zal zijn dan het maximum-tariefgeldend voor particu liere geldschietbanken. ..'ij tekenen bij het vorenstaande aan, dat leningen met een looptijd van meer dan 24 maanden bij de gemeentelijke kredietbank niet voor komen. Op grond van de ervaringsgegevens over het eerste trimester van 1968 is aan te nemen, dat 35 van de geldomzet van de gemeen telijke kredietbank bestaat uit leningen, waarvan hoofdsom minus vooruitbetaalde interest, 1.500,of meer bedraagt. Krachtens de vigerende bepalingen van de geldschicterswet is het maximum-tarief van deze leningen, indien verstrekt door particuliere geldschietbanken, het volgende: a. voor leningen met een overeengekomen duur van 24 maanden of korter, meer dan 1.500,doch niet meer dan 2.500,bedragende: maximum-interest 15 c/° plus 10 opcenten, berekend van het nog niet afgeloste deel van de hoofdsom; b. voor leningen met een overeengekomen duur van 24 maanden of korter en meer dan 2.500,bedragende: maximum-interest 12 °/o plus 10 opcenten, berekend van het nog niet afgeloste deel van de hoofdsom; c. voor leningen, waarvan de overeengekomen duur langer is dan 24 maanden: maximum-interest 12 L/e plus 10 opcenten, berekend van het nog niet afgeloste deel van de hoofdsom.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 369