rt
v (I
II
Bijlage nr. 265 -2-
Het betrekicing tot het nu voorgenomen plan van 96 woningen mogen wij
U hierbij de navolgende bescheiden aanbieden;
a. het bestek nr. B 851 van het Architectenbureau Oomes en Bogaert al
hier d.d. april 1968;
b. een nota van inlichtingen en wijzigingen bij genoemd bestek d.d. 5
april 1968;
c. de bestektekeningen nr. B 851, bladen 1,2,5,4 en 5 d.d. 5 april 1968
d. de prijsaanbieding van het Bouwbedrijf Zeebregts Breda li.V. voor het
bouwen van 96 woningen c.a., d.d. 24 april 1968, ten bedrage van
2.425.310,
e. de berekening van het architectenhonorarium en de constructeurskos-
ten d.d. 6 mei 1968;
f. een omschrijving van de bouwkundige voorzieningen ten behoeve van de
centrale verwarmingsinstallatie d.d. april 1968, opgesteld door
voormeld architectenbureau;
g. de aanvrage om verstrekking van geldehjke steun uit 's rijkskas in
gevolge do woningwet (woningwetformulier), gedateerd 6 mei 1968,
met daarbijbehorende toelichting.
Aangezien wij thans voor het eerst een voorstel doen tot het stichten
van een woningwetcomplex onder vigeur van de op 1 januari 1968 in wer
king getreden "Beschikking geldelijke steun toegelaten instellingen
1968" menen wij goed te doen IJ op enkele kenmerkende facetten van deze
nieuwe regeling te wijzen.
De leningen van het rijk worden thans niet meer verstrekt tegen een
rente van 4/J, doch tegen marktrente, die momenteel door het rijk voor
deze leningen op 6 3/&/J is gesteld.
Daartegenover staat, dat de jaarlijkse bijdrage aan de hogere rente is
geconformeerd en deze bijdrage nu tevens betrekicing heeft op eventuele
voorzieningen.
In de stichtingskosten welke als basis dienen voor de huurberekening
worden de kosten van voorzieningen, zoals in casu de huisinstallaties
voor de centrale verwarming, geïncorporeerd, zodat daarvoor dus geen
afzonderlijk huurbedrag meer wordt bepaald.
De jaarlijkse bijdrage is niet meer zoals voorheen uitsluitend afhanke
lijk van de woningcapaciteit, doch nu ook van de stichtingskosten per
woning en wel in die zin, dat naargelang die kosten hoger worden de
bijdrage afneemt.
En ten slotte moge worden vermeld, dat de voorgeschreven storting in
de risicoreserve nu volledig ten laste van de (rendabele) exploitatie
komt en daartoe door de gemeente dus geen uitkering of bijdrage meer
behoeft te worden verstrekt. De algemene dienst wordt hiermede voor de
nieuwe complexen niet meer belast.
De totale stichtingskosten van het complex worden geraamd als volgt:
Groiidlcosten:
Volgens prijslijst grondpool 1968, zoals vermeld in het
hierboven onder g vermelde woningwetformulier
787.989,—
Renteverlies tijdens de bouw, 12
maanden "k 6 3/&/° 50.254.858.225,