gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 270 12 juni 1968 AZ/10369 Mededeling met betrekking tot het rapport "Ver kenning van enkele aspecten van de ontwikke lingsmogelijkheden voor zeehavens en het Del tagebied" Tijdens een op 14 oktober 1966 te Middelburg gehouden zeehavenconfe rentie bleek de wil tot nauwere samenwerking bij het tot ontwikke ling brengen van de Delta als zeehavengebied. Deze wil tot samen werking kreeg op 21 maart 1967 gestalte door de oprichting van het Overlegorgaan Zeehavenontwikkeling Zuid-tfest-Wederland. Daarin heb ben zitting vertegenwoordigers van de provinciale en gemeentelijke overheden van de provincies Woord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland, vertegenwoordigers van het Openbaar Lichaam Rijnmond en de gemeen te Rotterdam, terwijl de hoofddirectie van de rijkswaterstaat in t, een adviserende functie aan het orgaan is verbonden. Dit overlegor gaan heeft, als eerste vrucht van de samenwerking, het rapport "Ver kenning van enkele aspecten van de ontwikkelingsmogelijkheden voor zeehavens in het Deltagebied" uitgebracht. Een exemplaar van dit rapport bieden wij U hierbij aan In de inleiding van het rapport wordt tot uitdrukking gebracht, dat het hierin nog slechts gaat om een inventarisatie en een eerste be nadering van de verschillende vraagstukken die met de zeehavenont wikkeling in het Deltagebied verband houden. Niettemin valt uit dit eerste onderzoek reeds een taakstelling af te leiden, maar deze moet nog verder worden uitgediept. Daarvoor zullen nog diverse on derwerpen in nadere studies moeten worden uitgewerkt en zullen nog een aantal beleidsbeslissingen moeten worden genomen. De verwachting is, dat dit rapport en hetgeen daarop nog zal moeten volgen een bij drage zullen kunnen leveren aan de voorbereiding van deze in de naaste toekomst, zowel op landelijk als op lokaal niveau, in gecoördineerde samenwerking te nemen beleidsbeslissingen. Vandaar ook dat dit rap port niet alleen aan de besturen der partners in het overleg, maar ook aan de regering is aangeboden. Vervolgens wijdt het rapport in hoofdstuk II een be schouwing aan het vraagstuk van de economische groei van ons land, welke de zeehavens hierbij hebben te vervullen. Een van de uitgangs- punten daarbij is, dat de zeehavens met de daarbijbehorende ver- voers- en industriële activiteiten een belangrijke factor vormen in het groeiproces van de Nederlandse industrie. Dit impliceert, dat voldoende terreinen beschikbaar moeten komen om voor de zee havenactiviteiten een zo mogelijk sneller groeitempo te waarborgen dan het gemiddelde groeipercentage van de totale produktie van be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 396