gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 274
14 juni 1368
OS/10646
Voorstel van burgemeester en wethouders
ter zake van oen verzoek tot oprichting
van oen gemeentelijke l.o.m.--school.
Door Uw raad word in zijn vergadering van 13 februari 1963 aan het be
stuur van dc protestantse stichting individueel onderwijs te Breda mede
werking ex artikel 72 der lagor-ondorwijswot 1920 verleend voor de
stichting van oen schooi voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijk
heden.
Bij schrijven*) van 16 mei (ingekomen op 21 mei) 1968 heeft hot bestuur
van genoemde stichting medegedeeld, dat in verband mot de onmogelijkheid
om in do school voor leerlingen met loer- en opvoedingsmoeilijkheden,
gevestigd aan de Wocrijssingol 1 te Breda te komen tot een adequate vorm
van onderwijs, in zijn vergadering van 14 mei 1968 is besloten tot op
heffing van voornoemde stichting met ingang van 1 september 1968.
ïïamens de ouders van 60 leerlingen van genoemde school is bij een op 29
mei 1968 ingekomen brief*) oen verzoek tot Uw raad gericht om ingaande
1 september 1968 een openbare (gemeentelijke) school voor kinderen met
leer- en opvoedingsmoeilijkheden te stichten. Voor de motieven welke deze
ouders tot dit verzoek hebben geleid mogen wij U verwijzen naar de voor
Uw raad ter inzage liggende brief lijst met ouderverklaringen.
Over hot voorliggend verzoek hebben wij ons beraden en hebben wij onder
meer overleg geploegd mot vertegenwoordigers van het protestants christelijk
en hot neutraal bijzonder onderwijs in deze gemeente.
Gegeven de situatie welke is ontstaan bij opheffing van do protestants
christelijke l.o.m.-school, namelijk dat naar verwachting een beduidend
aantal niet-r.k.-leerlingen geen adequaat l.o.m-onderwijs in deze gemeente
kan volgen, zijn wij met dc vertegenwoordigers van genoemde onderwijs-
richtingon van mening, dat - gelet op het voorliggend verzoek - in het be
lang van do leerlingen en in aanmerking nemende de tijd tot het begin van
het schooljaar 1968/1969 de oprichting van een openbare school voor kinde
ren mot leer- en opvoedingsmoeilijkheden de enige oplossing is.
Kocht evenwel bij ons en bij do vertegenwoordigers van de verschillende
onderwijsriclitingcn in do toekomst de wenselijkheid blijken tot een her
structurering van het bestuur van deze school te geraken, dan mag onzes
inziens de mogelijkheid daartoe niet uitgesloten worden.