gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. i Bijlage nr. 26 9 januari 1968 OSS/ 23511 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het voteren van een aanvullend subsidie ten behoeve van de Stichting Katholieke Maat schappelijke Gezinszorg voor het jaar 1967. A. Tijdens controle-werkzaamheden met betrekking tot de jaarrekening 1966 van de Stichting Katholieke Maatschappelijke Gezinszorg, is ons gebleken dat het op de begroting 1967 door het bestuur opgevoerde aantal uren voor de huishoudelijke hulp bejaarden (82.000 uren) te laag is. Het per 1 februari 1964 gestarte project "Huishoudelijke Hulp voor Be jaarden" is de resultante van een samenwerking tussen de Interkerkelijke Stichting voor Protestantse Gezinsverzorging en de Katholieke Maat schappelijke Gezinszorg, waarbij het financieel administratieve gedeelte van de bejaardenhulp is ondergebracht bij de Katholieke Gezinszorg. Over de periode van 1 januari 1967 tot en met 30 november 1967 bedroeg het aantal verleende hulpuren reeds 106.600, zodat voor geheel 1967 een aantal hulpuren van rond 117.000 te verwachten is. De te lage raming is onder andere een gevolg van het feit, dat het bestuur aanvankelijk verwachtte dat het aantal bejaardenhelpsters (per 31 december 1966:285) zich niet verder zou uitbreiden omdat de aan deze krachten betaalde ver goeding wijziging zou ondergaan. Deze wijziging impliceert een overgang van het systeem per 1 januari 1967 van de nettovergoeding (gemiddeld 1,90 per uur) naar dat van de brutovergoeding (gemiddeld 2,65 per uur) waarop dan onder meer loon belasting en sociale lasten worden ingehouden. Slechts 25 van de aanwezige 285 krachten vertrokken om bovengenoemde redenen, terwijl daarnaast in 1967 een toename van 65 krachten werd geregistreerd, waardoor het aantal bejaardenhelpsters per 30 novem ber 1967 reeds 350 bedroeg. Daarnaast, zij vermeld dat boven dit genoemde aantal van 350 helpsters nog 100 helpsters bij bejaarden zijn tewerkgesteld, waarvan de be taling rechtstreeks plaatsvindt door deze bejaarden zelf; reden waarom zij buiten dit overzicht blijven. Het gevolg van een en ander is dan ook, dat het benodigde subsidie van wege de gemeente Breda met 37.320,stijgt. B. Bij de berekening van de apparaatskosten ten behoeve van de full-time administratieve kracht werd in de begroting 1967 een vergissing begaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 41