gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 303
10 juli 1968
OSs/12274
Voorstel van burgemeester en wethouders over
de subsidiëring over 1968 van de Stichting
Verenigde Openbare Bibliotheken.
In ons preadvies van 10 februari 1967 (bijlage nr. 64) hebben wij U uit
voerig geïnformeerd over de ontwikkeling in het plaatselijk bibliotheekbe
stel en de oprichting van de Stichting Verenigde Openbare Bibliotheken Breda.
Ten aanzien van de subsidiëring hebben wij geschreven dat de voorgelegde be
groting 1967 nog geen inzicht kon geven in de vele consequenties van de sa
menwerking en dat wij er daarom van hebben afgezien een nieuwe subsidie
regeling voor te leggen. Omdat het hanteren van de bestaande subsidierege
ling zou leiden tot een tekort, heeft Uw raad op ons voorstel besloten het
subsidie te bepalen op maximaal het begrote tekort, te weten 36O.OOO,
In ons antwoord op het verslag van het onderzoek van de begroting 1968 heb
ben wij U op Uw vraag, of het exploitatietekort als uitgangspunt van de be
groting genomen moet worden, geantwoord dat wij subsidiëring in het exploi
tatietekort in het algemeen niet wenselijk achten, doch dat wij in dit over
gangsstadium geen mogelijkheid zien tot een genormeerde subsidieregeling
te komen.
De samenwerking tussen de beide bibliotheken in de nieuwe stichting heeft
tot op heden slechts zeer ten dele kunnen doorwerken op het eigenlijke
bibliotheekwerk, gedeeltelijk ten gevolge van de gescheiden huisvesting,
gedeeltelijk ten gevolge van de interne organisatie. Om te komen tot een
optimaal functioneren heeft het bestuur daarom na overleg met ons college
opdracht gegeven aan een efficiency-bureau tot het uitbrengen van een rap
port over de bestaande en toekomstige huisvesting, terwijl nog in bespreking
is de vraag of dit rapport gevolgd moet worden door een organisatierapport.
Het huisvestingsrapport is pas gereedgekomen en is thans bij ons college
in studie.
De omstandigheid, dat de consequenties van de samenwerking nog onvoldoende
kunnen worden overzien, zowel wat de huisvesting als wat de organisatie -
en daarmee samenhangend de personeelsopbouw - betreft, is voor ons aanlei
ding Uw raad voor te stellen voorshands af te zien van een genormeerde sub
sidieregeling voor 1968 en opnieuw als basis voor subsidiëring het voor
1968 begrote tekort te nemen.
Rekening houdend met de financiële gegevens over 1967 menen wij dat het
subsidie voor 1968 gesteld kan worden op maximaal 414.000,zoals nader
gespecificeerd in de bijlage bij dit voorstel. Bij de berekening van dit
bedrag is rekening gehouden met bekende gegevens over het eerste halfjaar
1968.