bijlage nr. 305
- 2
Gezien het belang van dit orgel in de Grote of O.L. Vrouwe Kerk achten wij
het ten volle verantwoord 4-0/° van de door het rijk erkende subsidiabele
kosten te subsidiëren, onder aftrek van de bijdrage die door de provincie
zal worden gegeven. Wij stellen U daarom voor een subsidie toe te kennen
van 8.233)- door vaststelling van de ter visie liggende begrotingswij
ziging. Het krediet kan worden ingepast in het herziene onrendabele in
vesteringsplan 1968, onderdeel A 4.2.
De afdeling voor culturele zaken wordt over het voorstel gehoord en een
eventueel afwijkend advies wordt te Uwer kennis gebracht.
Burgemeester en wethouders van Breda,
van Boxtel
loco-burgemeester
Walenkamp
loco-secretaris.