gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 28 3 januari 1968 P/23510 Voorstel van burgemeester en wethouders tot 'aanwijzing van een plaatsvervangend lid var- de commissie van overleg. Volgens het bepaalde in artikel 2, lid 5, van de verordening regelende het georganiseerde overleg in de gemeente Breda houdt een plaatsvervangend lid van de commissie van overleg, dat als raadslid zitting heeft en op houdt raadslid te zijn, daardoor op plaatsvervangend lid van de commissie te zijn. De heer A. Mendes is tot 14 december 1967 lid van Uw raad geweest, terwijl hij sinds 6 september 1966 plaatsvervangend lid was van de commissie van overleg. Vanaf 14 december 1967 heeft de heer Ilendes opgehouden plaatsver vangend lid van bedoelde commissie te zijn. In de vacature ware te voor zien door aanwijzing van een lid van Uw raad tot plaatsvervangend lid van bed.oelde commissie. Opgemerkt zij, dat degene, die door Uw raad wordt aangewezen, overeenkomstig artikel 2, lid 4, van gemelde verordening in de maand september 1968 moet aftreden. Hij is herbenoembaar. Wij mogen Uw raad voorstellen over te gaan tot aanwijzing van 1 plaats vervangend lid van de commissie van overleg. Burgemeester en wethoud.ers van Breda, i'Ierkx burgemeester van den Dam secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 45