bijlage nr. - 2 - Hierdoor wordt de omvang van de verordening beperkt. Aan het bezwaar dat de verordening bij wijziging van Normen» waarnaar is verwezen, regelmatig zou moeten worden gewijzigd, is tegemoet gekomen door artikel 266 van de model bouwverordening. De bepalingen in de model-bouwverordening zijn te onderscheiden in twee groepen, te weten een groep, welke onderwerpen regelt krachtens de woningwet en een groep voorschriften, die steunen op artikel 168 gemeentewet. De bepalingen, welke steunen op de woningwet zijn onderworpen aan de goed keuring van gedeputeerde staten. Het onderscheid in bepalingen, van de bouwverordening die op de woningwet berusten en bepalingen die op de gemeentewet steunen, is vooral van belang voor de vraag, welke de sancties zijn bij overtreding van die bepalingen. Voor de strafbepalingen moest in de model-bouwverordening namelijk een onder scheid worden gemaakt tussen bepalingen, die op de woningwet en bepalingen die op de gemeentewet steunen, zulks omdat de maximumstraffen die de woning wet kent, verschillen van de straffen die de gemeenteraad ingevolge de ge meentewet ten hoogste op overtreding van haar voorschriften kan stellen. Ter vermijding van eventueel misverstand is in de toelichting op de model-bouw verordening vermeld of en in hoeverre een bepaling op de woningwet dan wel op de gemeentewet berust. De nieuwe woningwet kent aan de gemeentebesturen geen bevoegdheid tot politie- dwang toe, zoals artikel 70 van de woningwet 1901 dat deed. De bevoegdheid tot politiedwang berust op artikel 152 van de gemeentewet voor zover betreft de uitvoering van voorschriften in de woningwet en van op de woningwet steunende bepalingen van of krachtens de bouwverordening en op artikel 210 van de gemeentewet voor zover betreft de uitvoering van op de gemeentewet steunende bepalingen van of krachtens de bouwverordening. De woningwet maakt onderscheid tussen voorschriften, welke ten aanzien van alle gebouwen en voorschriften, welke bovendien ten aanzien van tot bewoning bestemde gebouwen moeten worden vastgesteld. In de model-bouwverordening is hiermede rekening gehouden, doch daarnaast zijn tevens speciale voorschriften voor niet tot bewoning bestemde gebouwen opgenomen, zij het dat ten aanzien van deze gebouwen in het algemeen volstaan is met een summiere regeling. Krachtens artikel 11 van de woningwet kan aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid worden verleend met inachtneming van de in de verordening ver vatte regelen, nadere regelen te stellen ten opzichte van in de verordening omschreven onderwerpen. De benutting van deze vooral voor technische en administratieve detailbepaiingen van betekenis zijnde bevoegdheid beperkt niet alleen de omvang van de verordening, maar maakt tevens een eenvoudiger aanpassing van bedoelde nadere regels mogelijk. Met betrekking tot de volgende artikelen van de model-bouwverordening zijn wij van oordeel dat deze wijziging behoeven dan wel niet dienen te worden overgenomen. Artikel 1 lid 1In de gemeente Breda is thans nog geen behoefte aan een afzonderlijke regeling voor seizoenwoonverblijven. Derhalve kan het begrip "seizoenwoon verblijf" met omschrijving vervallen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 477