bijlage nr.
- 3 -
Artikel 3.
De huidige bouwverordening (artikel 11, lid 4) bepaalt dat de weghoogte door
of vanwege burgemeester en wethouders wordt aangewezen. In de praktijk ge
beurt deze aanwijzing steeds namens ons college.
Daar deze werkwijze bevredigt, is het wenselijk haar te continueren. Mits
dien dient in de laatste zin van artikel 3 voor "burgemeester en wethouders"
te worden ingevoegd "of namens".
Artikel 7.
Lid 1, sub c dient, gelet op het vermelde ten aanzien van artikel 1 te ver
vallen.
Artikel 24.
Het in lid 4 bepaalde dat aan belanghebbenden tegen ontvangst van de kosten
daarvan afschriften en afdrukken kunnen worden verstrekt van een bouwver
gunning en de daarbijbehorende bescheiden kan eventueel moeilijkheden ver
oorzaken met betrekking tot een mogelijke overtreding van het auteursrecht.
Bedoelde zinsnede ware derhalve niet over te nemen.
Artikel 26.
Blijkens de praktijk is het niet nodig voor elk bouwplan een ambtelijk for
mulier voor aantekeningen uit te reiken. Lid 1dat het uitreiken van dit
formulier als een algemene verplichting stelt, ware derhalve te wijzigen in
dier voege dat een formulier kan worden uitgereikt.
Artikel 27.
De kennisgeving van wijziging van het correspondentie-adres en van voltooi
ing van het bouwwerk dient, ter bevordering van een vlugge behandeling recht
streeks te worden gezonden aan de afdeling bouw- en woningtoezicht van
openbare werken. In de aanhef van dit artikel dient "burgemeester en wet
houders" te worden vervangen door "bouw- en woningtoezicht van de dienst
van openbare werken".
Artikel 15
Het verbod twee of meer woningen geheel of gedeeltelijk boven elkaar te
bouwen is in zijn algemeenheid niet voor deze gemeente te handhaven. Regeling
hiervan dient in bestemmingsplannen te geschieden. Dit artikel dient dus te
vervallen.
Artikel 56.
Omdat alle buiten de bebouwde kom in deze gemeente gelegen gronden zijn be
grepen in bestemmingsplannen heeft dit artikel voor deze gemeente geen be
tekenis en ware dus niet over te nemen.
Artikel '59.
Dit artikel heeft vooral betekenis voor die gebieden, waarvoor (nog) geen be
stemmingsplan van kracht is. Langs wegen, waarlangs (nagenoeg) geen regel
matige ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing aanwezig is, dient
de voorgevelrooilijn ter aanpassing aan de plaatselijke en gewenste situatie
te worden vastgesteld op 13 meter uit de as van de weg, ongeacht de weg-
breedte.