bijlage nr.
Lid 1De zin aan Let slot van dit lid "Niet van toepassing is het bepaalde
onder f, indien de woning is voorzien van een installatie voor distributie-
gas" te laten vervallen en het bepaalde onder h van dit lid te lezen:
"h. de voor de ingevolge het voorgaande van dit lid vereiste aansluitge-
legenheden en lichtpunten nodige leidingen met de daarbijbehorende bedrading
vanaf de plaats voor de elektriciteitsmeter, met dien verstande dat in een
woning, die is voorzien van een installatie voor gedistribueerd gas, voor
de aansluitgelegenheden, genoemd onder e en f, kan worden volstaan met een
onbedrade leiding".
Haar toelichting luidt:
Krachtens artikel 148, lid 1, van de model-bouwverordening is het op het
ogenblik zonder meer toegestaan om in een woning, die is voorzien van een
installatie voor gedistribueerd gas, de speciale (zware) aansluiting voor
een kooktoestel in de keuken xireg te laten. Dit werd onjuist geacht, omdat
bewoners, die over willen gaan op koken met behulp van elektriciteit, voor
extra lasten komen te staan, omdat een speciale leiding van de meter naar
de keuken moet worden gelegd.
Krachtens de gewijzigde bepaling moet de leiding nu wel worden aangebracht,
doch behoeft deze niet van draden te zijn voorzien. Het bedraden is namelijk
een eenvoudige aangelegenheid en kan zonder enig bezwaar later gebeuren.
Het ongewijzigde eerste lid van artikel 148 schreef onder e, juncto h, wel
een bedrade (zware) leiding voor een elektrische boiler in of bij keuken of
badruimte voor. De thans geadviseerde wijziging van artikel 148 staat ook
voor deze leiding toe dat de bedrading wordt weggelaten, mits de woning van
een installatie voor gedistribueerd gas is voorzien.
De bij deze in het eerste lid aangebrachte veranderingen brengen mede dat
het bepaalde onder b in lid 3 kan vervallen.
Ook de wijzigingen in artikel 148 hebben de instemming van de centrale direc
tie van de volkshuisvesting en de bouwnijverheid, voor wat betreft de ge
subsidieerde bouw. Deze wijzigingen in het model worden aangebracht op ver
zoek van en in overeenstemming met de vereniging van exploitanten van elek
triciteitsbedrijven in Nederland (V.E.E.N.).
Artikel 228.
In lid 3> sub a en b zijn de gevallen vermeld, xraarin nadere eisen kunnen
worden gesteld met betrekking tot de brandwerendheid van wanden van ventila
tiekanalen. Gelet op het belang van de brandveiligheid dient het mogelijk te
zijn ook in andere dan de genoemde gevallen nadere eisen te dien aanzien te
stellen. Mitsdien ware deze mogelijkheid algemeen te stellen en derhalve het
sub a en b gestelde niet over te nemen.
Artikel 232.
Ten einde het afval uit de vuilstortkokers en opvangruimten op vlugge wijze
door het vervoerbedrijf te doen afvoeren is het nodig in daarvoor in aan
merking komende gevallen nadere eisen te kunnen stellen ten aanzien van de
bereikbaarheid van de vuilstortkokers en opvangruimten. Lid 3 van deze be
paling dient aldus te worden aangevuld.
Artikel 318.
De huisnummerbordjes worden thans van gemeentewege aangebracht. Deze werk
wijze voldoet in de praktijk goed en dient dus te worden voortgezet. Des
ondanks bestaat er geen bezwaar tegen overneming van dit artikel van de
model-bouwverordening.