bijlage nr. 320 - 3 - Tevens kon worden bereikt dat in de nieuwe situatie deze vestigingssubsidies, 60.000,pas afgetrokken worden, nadat de provincie haar aandeel heeft genomen in het subsidiabele tekort. Het provinciaal subsidie verzwaart daardoor enigszins; het gemeentelijk karakter van de vestigingssubsidies komt daardoor echter beter tot zijn recht. Ten slotte heeft de commissie zich beraden en voorstellen gedaan over de wijze waarop het subsidiabele tekort bepaald wordt. Als algemeen uitgangspunt heeft de subsidiëntencommissie aangehouden: a. de subsidiënten delen tijdig aan de gesubsidieerde stichting mede op welk bedrag zij voor een nieuw seizoen als maximumgarantiesubsidie kan rekenen, zodat de stichting daarop haar beleid kan afstemmen; b. de subsidieverlenende instanties koppelen met het oog op hun budgettaire beleid hun subsidies aan objectieve maatstaven, daarbij uitgaande van de door hen goedgekeurde structuur van de instelling. Aan de te volgen methodiek ligt de gedachte van de bestaande en goedgekeurde structuur van de te subsidiëren instelling ten grondslag. Met name gaat de subsidiëntencommissie uit van de huidige omvang van het totale apparaat, zo als dit door de subsidiëntencommissie is goedgekeurd, alsmede van het niveau van de salarissen en andere kosten, dat de subsidiënten in vroegere richt lijnen hebben aangegeven. Activiteiten buiten het normale programma en structuurwijzigingen moeten in voorkomende gevallen afzonderlijk worden bezien en beoordeeld. Hiervan uitgaande heeft de subsidiëntencommissie gezocht naar een vorm waar bij de sub a en b hierboven aangegeven uitgangspunten tot hun recht komen. De subsidiëntencommissie meent, dat zulks mogelijk is door op een eenmaal aangehouden basis jaarlijks een index te plaatsen. Beide partijen hebben dan een indicatie voor hun begrotingsbeleid. Verder is de subsidiëntencommissie van oordeel, dat als index het beste kan worden genomen de door het centraal bureau voor do statistiek jaarlijks vast te stellen index ambtelijke lonen; immers, het merendeel der kosten die het nadelig exploitatietekort veroorzaken, zijn zogenaamd loongebonden en weer het voornaamste deel daarvan wordt gevormd door do lonen van musici/spelers. Als basisjaar, waarvan moet worden uitgegaan, stolt de subsidiëntencommissie voor het seizoen 1965/1966. In dit verband dient uitdrukkelijk te worden opgemerkt, dat de hierboven beschreven methode van vaststelling van het maximaal toelaatbare exploitatie tekort kan ingaan voor het Brabants Orkest, doch nog niet direct voor het Zuidelijk Toneel, aangezien de subsidiëring hiervan samenhangt met die van het rijk. Vooralsnog wordt het totale subsidiabele bedrag voor toneelgezel schappen op andere normen vastgesteld, Het rijk participeert daarin voor 40^ó op voorwaarde, dat van andere zijde, i.e. de zuidelijke subsidiënten, 60/& beschikbaar wordt gesteld. Wanneer nu de zuidelijke subsidiënten hun aandeel op een lager bedrag zouden vaststellen, verliest het Zuidelijk Toneel automatisch een gedeelte van het rijkssubsidie en komt daardoor in een ongunstige positie ten opzichte van andere, landelijke toneelgezelschappen te staan. Ons college acht de resultaten van het overleg binnen de subsidiëntencommis sie, gezien ook tegen de achtergrond van de recente ontwikkeling in de lande lijke toneelsituatie van dien aard, dat wij Uw raad voorstellen door vast stelling van het ontwerp-besluit, dat bij dit voorstel is gevoegd (bijlage l), te besluiten tot:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 492