459° 787.500,— 429-750,— bijlage nr. 320 - 4 - 1. het intrekken van Uw besluit van 17 augustus 1967 (bijlage nr. 304), waar bij de gemeenschappelijke regeling inzake de subsidiëring van het Brabants Conservatorium, het Brabants Orkest en het Zuidelijk Toneel per 1 septem ber 1968 werd opgezegd; 2. het wijzigen van de onder 1 bedoelde gemeenschappelijke regeling met in gang van 1 september 1968. Wij achten het verantwoord de regeling te verlengen met de in artikel 16 ge noemde duur van minimaal drie jaren, omdat het Zuidelijk Toneel voldoende tijd en armslag moet hebben zijn bestaan te rechtvaardigen. Wij stellen ons voor U hierover vóór 1 september 1970 onze bevindingen mede te delen. De betekenis van de wijziging van de gemeenschappelijke regeling in financieel opzicht blijkt uit onderstaande berekening, gebaseerd op de subsidiabele te korten van de beide stichtingen voor het seizoen 1968/1969. Wat het tekort van het Zuidelijk Toneel betreft moet nog enig voorbehoud worden gemaakt, omdat het overleg met het rijk nog niet geheel is afgesloten. Het subsidie aan het Brabants Conservatorium vervalt, zoals eerder gezegd, met ingang van het schooljaar 1968/1969 geheel. Voor het lopende seizoen wordt rekening gehouden met een subsidie van 82.500, Berekening volgens de huidige verdeelsleutel; het Brabants Orkest het Zuidelijk Toneel subsidiabel tekort 1.750.000,955-000, vestigingssubsidies 25.000.15.000 1.725.000,— 940.000,— aandeel van de provincie 559° 948.750,517,000, aandeel van de gemeenten 459° f 776.250,423-000, aandeel gemeente Breda 22,5^ 174.656,95.175, Berekening volgens de gewijzigde verdeelsleutel het Brabants Orkest het Zuidelijk Toneel subsidiabel tekort 1.750-000,955.000,— aandeel van de provincie 559° 962.500,525.250, vestigingssubsidies 30-000,30.000. aandeel van de gemeenten 757.500,399.750, aandeel gemeente Breda 21^> 159.075,83.947? voordelig verschil 15.581,11.228, Te Uwen behoeve hebben wij een afschrift van de thans bestaande regeling als bijlage 2 bij dit voorstel gevoegd. De afdeling culturele zaken wordt over het voorstel gehoord, een eventueel afwijkend advies wordt U medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. van den Dam secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 493