gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 351
23 augustus 1968
P/14789
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
benoeming van leden en plaatsvervangende
leden van de commissie van overleg.
'I
v
Op 6 september 1966 hebt U de volgende raadsleden benoemd tot lid
respectievelijk plaatsvervangend lid van de commissie van overleg;
De heer A. Hendes heeft op 14 december 1967 opgehouden plaatsvervangend
lid van de commissie te zijn. Op 18 januari 1968 hebt U de heer F.C.M.
Wierckx benoemd tot plaatsvervangend lid van bedoelde commissie.
Ingevolge artikel 2, derde en vierde lid, van de verordening, regelende
het georganiseerd overleg in de gemeente Breda treden onder meer de leden
en plaatsvervangende leden van de commissie, aangewezen door de raad, om
de twee jaar af in de maand september. Zij kunnen opnieuw worden benoemd.
Een tussentijds benoemd lid of plaatsvervangend lid treedt af op het
tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is verkozen, moest aftreden.
De zittende leden en plaatsvervangende leden treden derhalve in september
1968 af.
Wij stellen Uw raad voor over te gaan tot aanwijzing van vier leden en
vier plaatsvervangende leden van de commissie van overleg voor de periode
van september 1968 tot de datum van aftreden in september 1970.
leden:
1L.A.M. van Banning;
2. A.B. Kramer;
3. J.H.II. Quadekker;
4. A. Spanjer.
plaatsvervangende leden:
1. A.l'I. de Gijsel;
2. A. Kroon;
3. A.M.H.W. van de Heerendonk;
4. A. Hendes.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Herlcx
burgemeester.
-'1
van den Dam
secretaris.