bijlage nr. 376
-3-
reglement deze toestemming eist, is het redelijk hieraan consequen
ties te verbinden;
e. in artikel 6, lid 2, is een zinsnede opgenomen, waardoor een soepe
ler beleid mogelijk wordt ten aanzien van de gewezen ambtenaar, die
niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen tot aanmelding van (ver
andering in) inkomsten. Wanneer de nalatigheid te goeder trouw
heeft plaatsgevonden, lean de uitkering in stand blijven;
f. in artikel 7, lid 1, is de verplichting opgenomen zich jaarlijks ge
neeskundig te doen onderzoeken. Dit onderzoek kan leiden tot een
pensioenkeuring. Door de opneming van het eerste lid heeft ons
college een redelijk argument om de pensioenkeuring te entameren.
Zonder deze bepaling zou ons college op een willekeurig moment
(b.v. wanneer bekend zou zijn geworden, dat de gewezen ambtenaar
ziek is) de pensioenkeuring moeten aanzeggen, hetgeen onaangenaam
kan zijn;
g. toegevoegd is artikel 12, een algemene bepaling, waardoor mogelijke
onbillijkheden kunnen worden opgehevenDaar het een geheel nieuwe
materie betreft is het niet uitgesloten, dat de nieuwe verordening
niet alle denkbare gevallen heeft voorzien.
Ten aanzien van de betrekkingen, die in aanmerking zouden kunnen komen
voor aanwijzing door Uw raad voor functioneel leeftijdsontslag, kan
onderscheid gemaakt worden tussen:
A. de betrekkingen, waarvan vervulling boven een bepaalde leeftijd door
de zwaarte van de werkzaamheden niet of niet goed meer mogelijk is,
b.v. de bakkenlader bij de huisvuilophaaldienst. Hier ligt de nadruk
op het belang, dat de ambtenaar op een bepaalde leeftijd zijn zware
werk niet meer behoeft te verrichten. De leeftijdsgrens moet dan zo
gekozen worden, dat de ambtenaar met het zware werk zal ophouden,
voordat hij "versleten" is;
B. de betrekkingen, waarvan de vervuilers - hoewel niet "versleten" -
boven een bepaalde leeftijd niet meer geacht kunnen worden te kunnen
voldoen aan de zware eisen, die op een bepaald moment aan de man ge
steld worden, b.v. brandweerlieden. Hierbij is het algemeen belang
in het geding, daar - wanneer b.v. de brandweerman op grond van zijn
leeftijd niet meer zo snel reageert als vroeger - hierdoor zeer erns
tige gevolgen kunnen ontstaan. Natuurlijk is er ook hier een per-
ir. soonlijlc belang van de man zelf.- doch meer dan bij de betrekkingen,
bedoeld onder A, gaat er een risico "naar buiten" optreden. Hetzelf
de geldt b.v. voor de ambulanceverplegers. Wannéér er opgetreden
moet worden, moet dit veelal met zeer grote spoed en ook onder moei
lijke omstandigheden geschieden.
In het hierbijgaand ontxrerp zijn in artikel 11 opgenomen de functies
bij de brandweer en bij de ambulancedienst.
BrandweerDe voorgestelde leeftijdsgrens van 55 jaar is overgenomen
van de rijksregeling. De minister van binnenlandse zaken heeft een com
missie in het leven geroepen om hem te adviseren omtrent een voor het
brandweerpersoneel te stellen leeftijdsgrens. Deze commissie heeft ge
adviseerd tot 55 jaar, welke grens in de rijksregeling is opgenomen.
Voor de commandant, die zich bij brand kan doen bijstaan door één of
meer brandweerofficieren is een leeftijdsgrens opgenomen van 60 jaar.
De tekst van de omschrijving van de bedoelde betreldcingen wil duide
lijk maken, dat alleen voor functioneel leeftijdsontslag in aanmerking
komen de brandweerlieden, die daadwerkelijk en ter plaatse van de brand
bij het eigenlijke brandweerwerk optreden, dus b.v. niet de telefoon
centralist of administratieve ambtenaren.