gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage no. 37
18 januari 1968
F/11 91
Aanbieding geldelijk onrendabel in
vesteringsplan 1968/1969
De laatste zes jaren werd U telkenmale te zamen met de begroting voor
het eerstkomend jaar een onrendabel investeringsplan ter vaststelling
aangeboden. De werkingsduur van deze investeringsplannen bedroeg in
de laatste jaren, tien jaar.
Bij het concipiëren van de investeringsplannen werd uitgegaan van
een maximum jaarlijks te investeren bedrag, welk bedrag vanaf 1965
van jaar op jaar met een percentage van 5t werd verhoogd.
Bij opstelling van het onrendabel investeringsplan, behorende bij
de begroting 1968 hebben wij ons bei-aden over de vraag of dit plan
in zijn huidige opzet nog voldeed. Wij kwamen tot de overtuiging
dat vernieuwing van het plan in zijn geheel noodzakelijk was en
wel om de na te noemen redenen:
a. het huidig plan is na zes jaar aan slijtage onderhevig! het ge
vaar voor verstarring en automatisme is reëel aanwezig;
b. het jaarlijks investeringsvolume is niet meer gebaseerd op een
behoeftenplanning, doch op een trendmatige verhoging van een
eens als maximum aangenomen volume;
c. de geleidelijk aangenomen rentabiliteitspercentages bij gedeel
telijk rendabele projecten dienen nader aan de realiteit te wor
den getoetst;
d. voor een volledig in geld gekwantificeerd plan - met enige grond
slag voor de juistheid van de opgenomen bedragen - is een termijn
van tien jaren te ruim;
e. de vermoedelijke gevolgen van algemene kostenstijgingen, welke
invloed hebben op de ramingen van opgenomen projecten komen on
voldoende tot uitdrukking in het nodige investeringsvolume, met
de daaraan verbonden consequenties wanneer voor een bepaald pro
ject het formeel krediet wordt aangevraagd.
Een in zijn opzet vernieuwd plan zal tijdig voor de begrotingsbe
handeling 1969 gereedkomen. Voor de begrotingsbehandeling 1968 kon
de vernieuwing echter niet meer worden verwezenlijkt.
Omdat voor 1969 tot een andere opzet wordt gekomen achten wij het
weinig zinvol nu nog een afgerond tienjarenplan voor te leggen.
Wij hebben ons daarom beperkt tot een plan voor de jaren 1968 en
1969, waarin de doorloop in de jaren 1970, 1971 en 1972 wordt ver
meld. In de kolom van het jaar 1973 zijn de projecten die in het
plan 1968/l969 zijn opgenomen en die doorlopen in de jaren 1973
en verder in één bedrag opgenomen.