bijlage nr. 388 -5- ANTWOORD Op verzoek van ons college is door de gemeentelijke sociografische dienst een rapport uitgebracht over de behoefte aan een school voor hoger economisch en administratief onderwijs te Breda. Op basis van dit rapport - waarvan een exemplaar voor Uw raad ter in zage ligt - plegen wij momenteel overleg met het bestuur van het Neder lands Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme om de mogelijkheid te bezien een school voor h.e.a.o. aan het N.W.I.T. te verbinden. Zodra dit overleg tot resultaten heeft geleid zijn wij voornemens Uw raad nader te informeren. VRAAG De heer Bayens zegt in de vergadering van juni een vraag te hebben ge steld over de parkeersituatie in de Ginnekenstraat. Nu is dit wel een moeilijke straat voor parkeeraangelegenheden, men praat wel over een blauwe zone en over parkeermeters. Voor de ene zijde van de Ginneken straat is reeds lang een stopverbod van kracht, voor de andere zijde is er bovendien nog een parkeerverbod vastgesteld. Aan de straatzijde waarvoor een parkeerverbod geldt, mag gestopt worden voor het lossen en laden en voor het direct laten in- en uitstappen van personen. Als er een parkeerverbod vastgesteld is, moet er dan niet een of andere aanduiding zijn dat dat parkeerverbod van kracht wordt? Tot hedenavond half zeven was er nog niets van dien aard te zien. ANTWOORD Zoals wij U reeds eerder mededeelden hebben wij voor de zijde van de Ginnekenstraat, waarlangs tot nog toe geparkeerd mocht worden, een parkeerverbod vastgesteld. Dit parkeerverbod is nog niet met borden aan geduid, omdat de vaststelling ervan plaatsvond op het moment, dat met de reconstructie van de Oude Vest en de Keizerstraat was begonnen. Ten gevolge van deze reconstructie is veel parkeerruimte verloren gegaan. Ter compensatie hiervan zijn wij voornemens te bevorderen dat nieuwe parkeergelegenheden ontstaan langs het Nonnenveld en op het voormalig terrein van wasserij "de Zon",. Zodra deze parkeergelegenheden in gebruik genomen kunnen worden zal het parkeerverbod in de Ginnekenstraat met borden worden aangeduide VBAAG De heer Woestenberg vraagt waarom er in de raadzaal hier geen interruptie microfoon is. Hij ziet er de noodzaak van in. VRAAG De heer Woestenberg vraagt zich af waarom men hier in de raadzaal geen katheder heeft waaraan een sprekend raadslid zijn betoog kan voeren. Dit lijkt spreker beter dan zittend; wanneer een raadslid staat dan wordt het duidelijker en men kan zich dus stuk voor stuk verstaanbaarder maken. Het is hem herhaaldelijk gebleken dat men hem niet verstaat, zodat hij hier en daar hard moet roepen. ANTWOORD Wij zien gaan aanleiding wijziging te brengen in de huidige gang van zaken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 597