Bijlage nr. 39 - 2 - Ter keuze blijven de onder a en b, 1 genoemde alternatieven. Vóór de heffing onder a pleiten: 1De eigenaren van panden zijn gebaat bij een stad met schoon water. 2. Minimale perceptiekosten. Haar de maatstaf kadastrale huurwaarde ge bouwde eigendommen wordt reeds de straat- en rioolbelasting geheven. Het is deswege eenvoudig de 2^1 te berekenen en naast eerstgenoemde heffing op het aanslagbiljet te vermelden. 3. In het kader der gemeentelijke heffingen moet een bepaalde evenwichtig heid worden betracht. Het verloop der verhogingen, casu quo voorgestelde maatregelen, in de laatste jaren was als volgt: gebruikers eigenaren 1965 huisvuilemmers van 10,naar 14, 1966 straat- en rioolbelasting van 21 fo kadastrale huurwaarde naar 26fo 1967 huisvuilemmers van 14,naar 20,— 1968 huisvuilemmers van 20,naar 24,— personele belasting van gemid deld 150 opcenten naar gemid deld 200 opcenten. Gezien het verloop der hiervoorvermelde maatregelen komt thans naar onze mening een belasting van de eigenaren het meest in aanmerking. Tegen de heffing onder a is weliswaar aan te voeren dat ook de gebruikers belanghebbend zijn. In meerdere of mindere mate zijn zowel eigenaren als gebruikers belanghebbend. Wij menen U op grond van het vorenstaande te moeten adviseren, ter dekking van eerdergenoemde kostencategorieën, met ingang van het jaar 1968 een afvoer/zuiveringsrecht rioolwater te heffen van 2rf/o van de kadastrale huur waarde gebouwde eigendommen. In bijgaande ontwerp-verordening is deze grondslag en het tarief nader uitge werkt. Ter toelichting op deze ontwerp-verordening moge het volgende dienen: 1als belastingplichtigen zijn aangewezen zijdie krachtens recht van bezit of enig ander zakelijk recht op 1 januari van het belastingjaar het genot hebben van gebouwde eigendommen, aangesloten op de riolering. 2. als grondslag der belasting geldt de belastbare opbrengst aangewezen in de kadastrale leggers - of dienovereenkomstig door de gemeente geschat - voor het jaar xfaarover de belasting wordt geheven. 3. het tarief is gesteld op 2^j van de belastbare opbrengst gebouwd, bedoeld onder 2. Wij stellen Uw raad voor bijgaande ontwerp-verordening conform vast te stellen. De behandeling hiervan wordt ingepast in de begrotingsbehandeling 1968. Burgemeester en wethouders van Breda, De secretaris, De burgemeester, van den Dam Merkx

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 62