gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 41
7 februari 1968
IZ/21425 Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
VRAAG.
De heer Kramer vraagt welke bestemming op korte termijn het terrein heeft
welk is omgeven door de Kerkstraat, Akkerstraat, Ginnekenstraat en Houtmarkt.
Spreker is van oordeel dat dit stadsgedeelte momenteel niet in aanmerking
komt om Breda toeristisch aantrekkelijker te maken.
Bovendien vraagt hij de aandacht van burgemeester en wethouders voor de ge
vaarlijke situaties, die ontstaan voor voetgangers en ander verkeer door
het regelmatig breken van de gebrekkige draadafbakening.
VRAAG.
De heer Kramer zegt enige maanden geleden een vraag te hebben gesteld over
het zogenaamde V. en D.-terrein. In de plaatselijke pers leest hij erover
en op het bedoelde terrein ziet hij een bepaalde bedrijvigheid. Officieel
weet hij echter nog van niets.
VRAaG
De heer van Werkhooven zegt dat rond het terrein van de Hemelvaartkerlc een
afrastering is geplaatst. Dit is waarschijnlijk gebeurd in de overtuiging
dat de automobilisten deze afrastering zullen eerbiedigen.
Het is thans echter als parkeerterrein in_gebruik.
Spreker is echter het gerucht ter ore gekomen dat een garagehouder uit Breda
aan burgemeester en wethouders had verzocht dit t errein als parkeerruimte
te mogen inrichten.
Ofschoon hij niet kan begrijpen dat de gemeente iets over dit terrein heeft
te vertellen, want het is eigendom van Vroom en Dreesmann, zou hij toch
gaarne willen weten of burgemeester en wethouders hierover iets te vertel
len hebben en wat dan de plannen zijn.
MTWOORD.
Hoewel anders gericht, hebben de vragen en opmerkingen van de heren Kramer
en van Werkhooven betrekking op hetzelfde object.
Wij geven daarom de voorkeur aan een gecombineerde beantwoording en willen
dit plaatsen in het totaalbeeld van de zaak, ifaardoor tevens de volledig
heid en inzichtelijkheid worden gediend.
Het onderhavige terrein is eigendom van Vroom en Dreesmann N.V. Breda en
van het kerkbestuur van C.L. Vrouw Hemelvaart verworven voor de bouw van
een warenhuis in combinatie zo mogelijk met een parkeergarage, zonder dat
een bouwplicht (zoals gebruikelijk bij gemeentelij. 3 verkoop van bouwterrein)
is opgelegd.