bijlage nr. 41 - 2 - De maatschappij is niet voornemens met deze bouw, die een grote investering vergt, binnen vijf jaren te beginnen, zodat het terrein, dat gelegen is op een belangrijke en kwetsbare plaats langs een van de drukste winkeladers van de city, lange tijd als een open en afstotende vlakte kan blijven lig gen, tot schade van het economisch en gczelligheidsklimaat van de binnenstad. De firma Leendert Vriens N.V. heeft aan V. en D. het terrein te huur ge vraagd voor het maliën van een tijdelijke parkeergelegenheid. Het op deze functie toegespitste plan voorziet in het verharden en indelen van het terrein en het plaatsen van een vitrinewand langs de Ginnekenstraat. Aan de gemeente is medewerking verzocht voor het hebben en houden van benzine pompen ten behoeve van de parkeerders, het bouwen van een kiosk ten behoeve van de benzineverkoop en het maken van de nodige in- en uitritten. Over dit verzoek hebben wij ons langdurig en diepgaand beraden. Wij hebben daarbij het volgende overwogen. 1Een hinderwetaanvrage moet worden getoetst aan de criteria in deze wet vastgelegd, waarbij concurrentie-overwegingen, noch de verkeersveilig heid een rol mogen spelen. 2. Ook bij het weigeren van een in- en uitrit is de gemeente niet geheel vrij; het verkeersbelang is daarbij richtsnoer. 3. Volgens de stedebouwkundige regeling ter plaatse mag aldaar geen "ben zinekiosk" worden gebouwd; afwijking daarvan is mogelijk op grond van artikel 20 der wederopbouwwethet al dan niet verlenen van deze tijde lijke vergunning staat ter beoordeling van het gemeentebestuur. 4. Weigering van de gevraagde medewerking - indien en voor zover al moge lijk - heeft tot gevolg dat ter plaatse geen parkeerterrein wordt aange legd, waardoor de bovenomschreven ongewenste consequenties intreden. 5. Als het parkeerterrein niet wordt gemaakt, zal praktisch niet voorkomen kunnen worden dat de grond toch voor parkeren wordt gebruikt, zoals in middels reeds gebleken is en dat het in- en uitrijden dan op wille keurige plaatsen zal gebeuren, waardoor gevaarlijke verkeerssituaties met alle gevolgen van dien ontstaan. Voor- en nadelen afwegend zijn wij daarom tot de conclusie gekomen dat de gevraagde medewerking, mits voorwaardelijk en gericht op uitvoering van het plan voor beperkte tijd, in casu ten hoogste vijf jaar, de minst la-rade op lossing is en dat daardoor ter plaatse een situatie kan worden bereikt die in de gegeven omstandigheden als maximaal haalbaar is aan te merken. Wij hebben dan ook aan V. en D. toegezegd de bouwvergunning voor de kiosk voor vijf jaar - waardoor de tijdelijkheid van de voorziening nog eens wordt onderstreept - te willen verlenen en toestemming te willen geven tot het maken van een niet-permanente inrit aan de zijde van de Houtmarkt - voor die kant zal dan een parkeerverbod niet kunnen worden ontbeerd - en van een uitrit aan de Kerkstraat. Voorts zullen wij de hinderwetaanvrage bij voorrang behandelen. Tegen het bouwplan heeft de afdeling voor openbare werken geen bezwaar; de procedure ingevolge artikel 20 van de wederopbouwwet is inmiddels ingezet. De voornaamste voorwaarden aan het geven van onze medewerking verbonden zijn:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 65