gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Bijlage nr. 430 OSs/15721 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het oprichten van een gemeentelijke cultuur- dienst A. Algemeen. In Uw vergadering van 18 januari 1968 heeft Uw raad zijn instemming betuigd met de gedachten, neergelegd in de nota "Analyse van de huidige situatie rond de cultuurbehartiging in de gemeente Breda en proeve van beschrijving van de ontwikkeling in deze materie in de vorm van een beleidsvisie" (cul tuurnota), die U in december 1967 werd aangeboden. De nota concludeert dat enerzijds beleidsoverwegingen, anderzijds financi- eel-administratieve overwegingen het wenselijk maken dat een functionele concentratie van de gemeentelijke activiteiten op cultureel terrein plaats heeft. Wij deelden U daarom mede voornemens te zijn U voorstellen aan te bieden een dienst voor de cultuurbehartiging te formeren, gebaseerd op de artikelen 122 en 252 van de gemeentewet (pagina 18 en 19 van de cultuurnota). Mede be palend voor dit voornemen was ons streven de secretarie als centraal be- stuursadviesapparaat te zuiveren van beheerstaken en deze - waar mogelijk en organisatorisch verantwoord - onder te brengen in daarvoor te formeren diensten. Met een aantal opmerkingen van Uw raad, gemaakt bij de behandeling van de nota, kon rekening worden gehouden (notulen 1968, pagina 18/38 en verslag van de vergadering van de afdeling voor culturele zaken uit de raad d.d. 8 januari 1968). Zoals bekend, lag het aanvankelijk in het voornemen naast de stadsschouw burg, het cultureel centrum "de Beyerd" en de stedelijke muziekschool ook het gemeentelijk archief op te nemen binnen de gemeentelijke cultuurdienst. Gezien het feit dat de werkzaamheden van het gemeentelijk archief voort vloeien uit de archiefwet en deze werkzaamheden slechts incidenteel raak vlakken hebben met de cultuurbehartiging, zoals in de nota omschreven, heb ben wij bij nadere overweging gemeend het gemeentelijk archief niet binnen de gemeentelijke cultuurdienst te moeten brengen. De directeur van de gemeentelijke cultuurdienst is belast met het algemeen beleid, de coördinatie en het beheer van de gemeentelijke cultuurdienst. Met Uw raad zijn wij van oordeel dat ook binnen de afzonderlijke onderdelen van de gemeentelijke cultuurdienst slagvaardig gehandeld moet kunnen worden. Met name met betrekking tot de stadsschouwburg, het cultureel centrum, "de Beyerd" en de stedelijke muziekschool zullen wij dan ook zorg dragen dat de zelfstandigheid, met inachtneming van de richtlijnen betreffen de, hot algemeon to voeren beleid, blijft gehandhaafd. Bovendien zul len xvij de inspraak vanuit deze instituten in de algemene beleidsadvi sering bevorderen. Volledigheidshalve wijzen wij erop dat de directeuren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 722