bijlage nr. 430
- 2 -
van onderdelen in de nieuwe constellatie van bepaalde beheerstaken zullen
worden ontlast, omdat diverse routinematige beheershandelingen voortaan cen
traal kunnen geschieden.
Met inachtneming van het bovenstaande stellen wij raad voor over te gaan
tot aanwijzing van de gemeentelijke cultuurdienst als tak van dienst, als
bedoeld in artikel 252 van de gemeentewet en tot vaststelling van de daar
bijbehorende beheersverordening
In de cultuurnota (pagina 18 en 19) hebben wij de opvatting neergelegd, dat
het voorzitterschap van het te vormen beleidsadviesorgaan niet dient te be
rusten bij de wethouder van culturele zaken. Gezien de verantwoordelijk
heid die het college van burgemeester en wethouders draagt voor het cultureel
beleid, waarbij met name uitspringen de coördinatie van diverse cultuuras
pecten, de inspraak van de burgerij en de financiële betrokkenheid, achten
wij bij nadere overweging een niet-geformaliseerde binding tussen het be
leidsadviesorgaan en het college van burgemeester en xrethouders onvoldoende.
Het voorzitterschap zouden wij daarom in handen willen leggen van het lid
van ons college, dat meer in het bijzonder belast is met culturele zaken.
In het ontwerp-reglement voor het beleidsadviesorgaan, dat wij U ter vast
stelling aanbieden, hebben wij in artikel 3, lid 1, met deze laatste opvat
ting rekening gehouden.
Aspecten van personele en rechtspositiële aard
Overeenkomstig de gedachte, die ten grondslag ligt aan de verordening in
zake de benoeming van hoofden van dienst, stellen wij Uw raad voor deze ver
ordening te wijzigen, zodat voortaan ook de directeur van de gemeentelijke
cultuurdienst door Uw raad wordt benoemd.
Daar de stedelijke muziekschool door de oprichting van de gemeentelijke cul
tuurdienst geen zelfstandige tak van dienst meer is in de zin van bovenge
noemde verordening, zal de directeur van deze instelling in de toekomst
niet meer door Uw raad worden benoemd. Ook op dat punt moet de verordening
worden gewijzigd.
Een ontwerp-besluit tot wijziging van de verordening gaat hierbij.
Voorts stellen wij Uw raad voor de functie van directeur van de gemeente
lijke cultuurdienst op te nemen in de bezoldigingsverordening. Een benadering
van het functieniveau en een vergelijking met de salariëring van andere
diensthoofden leiden tot de slotsom, dat de nieuwe functie kan worden ge
plaatst in de salarisschalen 74 en 78, afhankelijk van mate van bekwaamheid
en geschiktheid en van ervaring, alsmede afhankelijk van de salarisverlangens
van de te benoemen functionaris.
Een ontwerp-besluit tot wijziging van bijlage A van de algemene bezoldigings
verordening gaat hierbij.
De huidige directeur van de stedelijke muziekschool zal met ingang van de
datum waarop de gemeentelijke cultuurdienst gaat functioneren, in het alge
mene kader van de cultuurbehartiging binnen deze dienst de dagelijkse leiding
van de muziekschool hebben. Met inachtneming van de bepalingen van de rechts
positieverordening stedelijke muziekschool en van het algemeen ambtenaren
reglement zullen de daartoe benodigde formele maatregelen worden genomen,
onder handhaving van rang en titel van de huidige functionaris.
De functionaris, die thans belast is not het directoraat van de stadsschouw
burg en het cultureel centrum "de Beyerd", is aangesteld bij de secretarie
en wordt met ingang van de datum, waarop de gemeentelijke cultuurdienst gaat
functioneren, met i vo-chtneming van dc bepalingen van het algemeen ambtenaren-