bijlage nr. 430 - 3 - reglement functionaris in de gemeentelijke cultuurdienst, met handhaving van zijn rang en onder toekenning van de persoonlijke titel van directeur van de stadsschouwburg en van het cultureel centrum "de Beyerd" Aan het overige personeel, dat thans in de culturele sector werkzaam is en voor plaatsing bij de gemeentelijke cultuurdienst in aanmerking komt, zal met inachtneming van de bepalingen van het algemeen ambtenarenreglement een overeenkomstige betrekking binnen de gemeentelijke cultuurdienst worden aan geboden. Dit is ook mogelijk ten aanzien van de leraren van de stedelijke muziekschool, op wie bedoelde bepalingen krachtens artikel 1 van de rechts positieverordening voor de stedelijke muziekschool eveneens van toepassing zijn. Door de veranderde situatie zal het nodig zijn ook de rechtspositieverordening voor de stedelijke muziekschool aan te passen. Hierin zullen de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de directeur van de gemeentelijke cultuurdienst moeten worden opgenomen. Een desbetreffend ontworp-besluit gaat hierbij. Over de aspecten van personele en rechtspositiële aard wordt het gevoelen van de commissie van overleg ingewonnen. Aspecten van budgettaire aard. De consequenties van de gemeentelijke cultuurdienst in begrotingstechnisch en budgettair opzicht hebben wij tot uitdrukking gebracht in een ontwerp begroting, gebaseerd op ramingen voor het dienstjaar 1969. Deze begroting, opgenomen in de bijlagen behorende bij de gemeentebegroting en begrotingen van de takken van dienst voor het dienstjaar 1969 (paragraaf 16), heeft U inmiddels bereikt. Aangezien het te verwachten is cat de gemeentelijke cul tuurdienst niet op 1 januari 1969 zal gaan functioneren, stellen wij U voor de begroting van de gemeentelijke cultuurdienst, die U bij de behandeling van de gemeentebegroting 1969 ter vaststelling wordt voorgelegd, in zijn huidige vorm te handhaven tot de datum, waarop de gemeentelijke cultuurdienst ex artikel 252 in werking treedt. Wij zullen U te zijner tijd voorstellen de lopende begroting in te trekken en een nieuwe begroting, waarbij rekening wordt gehouden met hetgeen reeds is ontvangen c.q. uitgegeven, vast te stel len. Tevens zal dan de beginbalans, een kostenverdeelstaat en de begroting van de kapitaaldienst worden overgelegd. Resumerend stellen wij Uw raad voor de hierbij aangeboden ontwerp-besluiten vast te stellen, te weten: - besluit tot aanwijzing van de gemeentelijke cultuurdienst als tak van dienst, als bedoeld in artikel 252 van de gemeentewet, en tot vaststelling van de beheersverordening (bijlage A) - reglement voor het beleidsadviesorgaan (bijlage B) - besluit tot wijziging van de verordening inzake de benoeming van hoofden van dienst (bijlage C) - besluit tot wijziging van de algemene bezoldigingsverordening (bijlage D) - besluit tot wijziging van de rechtspositieverordening voor de stedelijke muziekschool (bijlage E). Tevens verzoeken wij Uw raad goed te vinden dat de datum, waarop de gemeen telijke cultuurdienst zal gaan functioneren, door ons college zal worden vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 724