gemeente Breda
I
Bij bijlage nr. 430
wfs»
BEHEER8VBR0RDEHIIIG GEËEEETELIJKE CÏÏLTIJIJRDIEiiBT
De raad van de gemeente Breda;
gelet op de gemeentewet;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 oktober 1968;
besluit:
I. aan te wijzen als tak van dienst, bedoeld in artikel 252 van de gemeente
wet, de gemeentelijke cultuurdienst
II. voor deze tak van dienst de volgende regels vast te stellen:
Verordening op de gemeentelijke cultuurdienst.
I. Algemene bepalingen
Artikel 1
De gemeentelijke cultuurdienst, hierna te noemen de dienst, heeft tot
doel het gemeentebestuur behulpzaam te zijn bij het voeren van het be
leid en de uitvoering daarvan in die sectoren van gemeentelijke bestuurs
zorg welke gericht zijn op bevordering van de culturele en kunstzinnige
vorming, de beroepsmatige kunstbeoefening, de kunstbeleving en de ama
teuristische creatieve zelfwerkzaamheid.
Artikel 2
Ter uitvoering van het in artikel 1 gestelde doel is aan de dienst opge
dragen:
1het adviseren van burgemeester en wethouders - op verzoek of eigener
beweging - ten behoeve van de beleidsbepaling en het aanpassen van
het beleid op grond van gegevens en ervaringen opgedaan bij de taak
vervulling;
2. het behulpzaam zijn van de door het gemeentebestuur in het leven ge
roepen adviesorganen;
3. het verrichten c.q. doen verrichten van onderzoekingen ten behoeve
van de beleidsvorming en beleidsherziening op het gebied van de cul-
tuurbehartiging alsmede het peilen van de behoefte en het zoeken naar
mogelijkheden om in deze behoefte te voorzien;
4. het verzorgen van de coördinatie tussen de gemeentelijke cultuur
activiteiten en tussen deze en de culturele activiteiten welke in de
gemeente worden ontplooid door niet-gemeentelijke organisaties;
5. het desgewenst adviseren en het bieden van organisatorische hulp aan
particuliere cultuurinstituten onder andere met 4»etrekking tot het
plannen en programmeren van hun activiteiten;
6. het geven van voorlichting, het verzorgen van publiciteit en publieks-
benadering
<C**-