Bij bijlage nr. 430
-4-
Artikel 1 3
Burgemeester en wethouders wijzen de ambtenaar aan die de comptabele ver
vangt en de directeur de ambtenaar die de kassier vervangt. Hierbij moeten
ongeïirenste functiecombinaties vermeden worden.
G. De administratie
Artikel 14
Onder administeren wordt verstaan het systematisch verzamelen, vastleggen,
verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen en doen
functioneren van de huishouding alsmede ten behoeve van de verantwoording
die daarover moet worden afgelegd.
Onder financiële administratie wordt verstaan, de administratie betrekking
hebbend op het verkrijgen, beheren, afgeven, verbruiken en verantwoorden
van gelden, goederen, diensten en rechten alsmede het ontstaan en afwikke
len van vorderingen en schulden.
Artikel 15
Burgemeester en wethouders geven voorschriften omtrent de inrichting van
de financiële administratie.
Artikel 16
De comptabele draagt ex- zorg voor, dat maatregelen worden getroffen c.q.
voorgesteld welke de juistheid en volledigheid van de financiële administra
tie zoveel mogelijk xraarborgen.
Hij adviseert de directeur inzake organisatorische maatregelen, buiten het
verband van de financiële administratie, welke direct of indirect betrekking
hebben op de goede werking van de financiële administratie.
Artikel 17
De ambtenaren van de dienst, die uit hoofde van hun functie hiervoor in aan
merking komen, verstrekken aan de comptabele de gegevens en stükken ten be
hoeve van de financiële administratie.
Zij nemen zodanige maatregelen van organisatie en administratie, dat zij
tijdig en volledig aan deze verplichting kunnen voldoen.
Artikel 18
De comptabele en andex-e door de directeur aangewezen ambtenaren dragen zorg
voor een zodanige kredietbewakingsadministratie dat te verwachten afwijkingen
van de posten in de begroting van de dienst tijdig worden geconstateerd,
Deze afwijkingen worden door de directeur - de comptabele gehoord - onmiddel
lijk aan burgemeester en wethouders medegedeeld.
D. Het kasbeheer
Artikel 19
Het kasbeheer van de dienst omvat de bewaring van gelden, de inning van in
komsten en het doen van betalingen.
Artikel 20
De ontvangsten en betalingen van de dienst geschieden in de regel, door tussen
komst van de gemeente-ontvanger, in rekening-courant.