Op voorstel van de voorzitter van de commissie is, na inzending van het interimrapport en de behandeling daarvan door ons college, het voorzit terschap van de commissie overgedragen aan de wethouder voor de financiën. Het ambtelijk secretariaat werd overgedragen aan J.M. Schuurkes, waarne mend chef afdeling financiën en belastingen. Op ons verzoek is de gemeen tesecretaris als lid van de commissie deel blijven nemen aan de voorbe reidende werkzaamheden van de commissie 2.2. Opdracht. De opdracht aan de ambtelijke voorbereidingscommissie was als volgt gefor muleerd: "Uitgaande van het recente rapport van de gemeente Rotterdam over afschrij ving op duurzame activa, de in dit rapport behandelde problematiek toet sen en aanpassen aan de zuiver plaatselijke situatie èn(evenals in de ge meente Rotterdam is geschied) een voorstel doen tot het vaststellen van een uniforme afschrijvingstabel voor de meest voorkomende activa, van de gehele gemeente, welke in een algemeen raadsbesluit kan worden vastgesteld". Haast deze algemene opdracht zijn nog enkele onderwerpen vermeld, waar over een advies van de ambtelijke voorbereidingscommissie werd gevraagd. Deze onderwerpen hadden betrekking op: - inzicht in de kapitaallasten door detaillering naar de functies; - wanneer moet de afschrijving op een project ingaan en al of niet bij schrijven van renteverlies tijdens de bouw; - voorbereidingskredieten; - herziening van het systeem van de objectenadministratie; - herwaardering van activa op grond van een eventueel te wijzigen af- schrijvingsbeleid 2.3. Ui.ize van behandeling van de materie. De problematiek rond de afschrijving op duurzame activa heeft niet alleen onze belangstelling. Dit blijkt onder meer uit het rapport "Afschrijving- op vaste activa" dat op verzoek van het college van burgemeester en vret- houders van de gemeente Rotterdam is uitgebracht door een door hen aange wezen ambtelijke commissie, welk rapport door het college is overgenomen en aangeboden aan en behandeld door de gemeenteraad. Zoals uit de formulering van de opdracht aan de Bredase commissie blijkt hebben wij er de voorkeur aangegeven het rapport Rotterdam als uitgangs punt te nemen ten einde nodeloze doublures bij het onderzoek te voorko men. Uit een oogpunt van volledigheid hebben wij de tekst van het rapport Rotterdam als bijlage 1 bij deze nota gevoegd. Uaar nodig wordt hiernaar in de tekst van deze nota verwezen. 3. Aantekeningen bi.i het rapport Rotterdam. 3.1. Algemeen. In de hoofdstukken I tot en met IV van het rapport Rotterdam wordt een uitvoerige uiteenzetting gegeven van de theoretische aspecten van af schrijvingsmethodiek en -systematiek. Deze overwegingen leiden tot een aantal conclusies en suggesties welke zijn vervat in de hoofdstukken V en VI van het rapport Rotterdam. De beschreven opvattingen van de Rotterdamse commissie worden in het algemeen volledig onderschreven door ons college. Op onderdelen komt het ons gewenst voor enkele kanttekeningen bij het rapport te maken. 3.2. Uat is afschrijving? Uit bedrijfseconomisch oogpunt is afschrijven het in de administratie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 754