(en kostencalculatietot uitdrukking brengen van het verminderen van de waarde van duurzame activa. In dit verband moet onderscheid gemaakt wor den tussen de technische en economische gebruilcs- of levensduur. In het algemeen moet ook voor de gemeentelijke overheid gesteld worden dat de afschrijvingstermijnen van duurzame activa moeten worden afgestemd op de economische gebruiksduur van het project. haarde waarop de afschrijvingen dienen tc worden gebaseerd. Bij de gemeente moet onderscheid gemaakt worden tussen duurzame activa met een zuiver bedrijfsmatig karakter en de andere duurzame activa welke worden samengevat onder de term duurzame activa met een overheidsmatig karakter (voortvloeiend uit de functie als overheid) Tot de gemeentelijke onderdelen met een duidelijk bedrijfsmatig karakter moeten gerekend worden: a. het energie- en waterbedrijf en het openbaar slachthuis; b. het grondbedrijf A en C en het woningbedrijf A, waarbij wordt opge merkt dat deze onderdelen in het kader van de problematiek van de af schrijving niet relevant geacht kunnen worden (grondbedrijf - geen af schrijving; woningbedrijf - dwingende rijksvoorschriften). Naast do met name genoemde onderdelen met een zuiver bedrijfsmatig karak ter zijn er nog onderdelen met gedeeltelijk overheidsmatig en gedeeltelijk een bedrijfsmatig karakter (b.v. het vei-voerbedrijfMet volledige on derkenning van dit gemengde karakter achten wij het voorshands het meest doelmatig deze gemeentelijke onderdelen ter zake van het afschrijvingsbe- leid gelijk te stellen met die met een zuiver overheidsmatig karakter. hij zijn van mening dat op duurzame activa met een zuiver bedrijfsmatig karakter, indien hierbij gekozen wordt voor het systeem "afschrijving van een percentage per periode", behoort te worden afgeschreven op basis van de vervangingswaarde. Opgemerkt wordt dat inmiddels op goede gronden is besloten voor de eigen dommen van het energie- en waterbedrijf af te schrijven op basis van het systeem "afschrijving rente naar rato van verrichte prestaties (unitei- ten) Al zou een afschrijving op basis van de vervangingswaarde ook verdedigd kunnen worden voor de duurzame activa met een overheidsmatig karakter, de hoge mate van afhankelijkheid in inkomsten van rijksuitkeringen, bij de vaststelling waarvan bewust geen rekening wordt gehouden met mogelijke afschrijving naar vervangingswaarde, dwingt ertoe dat op activa met een overheidsmatig karakter wordt afgeschreven op basis van de historische kostprijs. Ben belangrijke hoeksteen in de vervangingswaardetheorie is de eis, dat de kostprijs in bedrijfseconomische sin zo juist mogelijk wordt vastge steld. Tot deze kostprijs behoren de verbruikte prestatie-eenheden van activa. Hierbij doet het niet ter zake dat een bepaald activum reeds ge heel is afgeschreven of dat reeds is afgeschreven gedurende de volle vooraf aangenomen afschrijvingstermijn. Het (langer dan aanvankelijk verwacht) in gebruik gebleven activum blijft prestatie-eenheden afleveren, waarvan het equivalent in guldens in de vorm van een afschrijving ten laste van de exploitatierekening behoort te worden gebracht. Dit kan geschieden door het zonder meer voortzotten van de oorspronkelijke af schrijvingen en door herwaardering,gepaard gaand met de vaststelling van een nieuwe afschrijvingstermijn. Hij menen aan dit laatste de voorkeur te moeten geven, omdat deze me thode dwingt tot een bezinning omtrent de nuttigheid van het nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 755