gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 46
26 januari 1968
OSS/21315
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot het oprichten van de gemeentelijke
dienst voor de sport en de lichamelijke
opvoeding.
Blijkens het voor Uu raad ter visie gelegde besluit van gedeputeerde sta
ten van Noord-Brabant (d.d. 29 november 1967? G, nr. 32.620) heeft dit
college goedkeuring onthouden aan de besluiten van Uw. raad d.d. 22 juni
1967 en 12 oktober 1967 strekkende tot aanwijzing van de dienst voor de
sport en de lichamelijke opvoeding als tal: van dienst ex artikel 252
der gemeentewet en tot vaststelling van een verordening voor die dienst.
Als redenen voor de onthouding van goedkeuring worden door gedeputeerde
staten genoemds
1Het ontbreken van een bepaling in de vei'ordening inzake het vergoeden
van rente aan de gemeente wegens aan de sportdienst verstrekte gelden.
2. Het, in afwijking van het centrale kasbeheer volgens het stelsel van
de gemeentewet, aanwijzen van een afzonderlijke kassier voor de sport
dienst.
In verband net het gestelde onder punt 1 hebben wijin de bij dit voor
stel gevoegde concept-verordening (zie artikel een dergelijke bepa
ling opgenomen.
Ten aanzien van het onder punt 2 genoemde bezwaar van gedeputeerde sta
ten merken wij op dat de aanwezigheid van een kassier bij de sportdienst
door ons, op grond van praktische overwegingennoodzakelijk woxdt ge
acht. Het is immers niet doenlijk het ontvangen van contanten, z?cals dit
gebeurt op de zwembaden, de sportparken en het sportcentrum, over te dra
gen aan de gemeente-ontvanger.
De door de directeur van de dienst voor de lichamelijke opvoeding en
sport aan te xrijzen kassier heeft hier onder neer de taal: do op voor
melde plaatsen ontvangen gelden dagelijks op te halen en - voor zover
deze gelden een overschrijding' veroorzaken van de bij de dienst aanwezige
kasmiddelen welke door ons zijn gelimiteerd - af te dragen aan de gemeen
te-ontvanger.
Overigens menen wij dat met het gestelde in de tweede alinea van arti
kel 12 van do verordening namelijk "de ontvangsten en betalingen van de
sportdienst geschieden in de regel door tussenkomst van de gemeente
ontvanger in rekening-courant" aan de bezwaren van gedeputeerde staten
zoveel mogelijk tegemoet wordt gekomen.
Het ligt in onze bedoeling het hiervoorgenoeuide argument voor het aan
wijzen van een kassier bij de sportdienst ter kennis van gedeputeerde
staten te brengen.
