gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 455
6 november 1968
03s/l9941
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verlenen van subsidie in de huisvestingskosten
van de Stichting tot Codificatie van de Neder
landse Volksverhalen.
In het verslag van het onderzoek van de begroting 1968 werd vanuit
Uw raad de vraag gesteld of ons college bex-eid was de Stichting
tot Codificatie van de Nederlandse Volksverhalen een passende huis
vesting aan te bieden. Wij hebben U daarop medegedeeld dat wij ons
standpunt zouden bepalen, nadat een betreffend verzoek van de
zijde van de stichting ontvangen zou zijn.
De stichting werd in 1955 in het leven geroepen en heeft ten doel:
het verzamelen, vastleggen en publiceren van Nederlandse Volksver
halen, waaronder mede verstaan worden sagen, legenden en sprookjes.
v
De stichting tracht dit doel te verwezenlijken onder andere door:
a. het opsporen van volksverhalen en het opnemen en vastleggen van
de in de volksmond levende verhalen;
b. het aanleggen van een archief voor het bewaren van het elders
opgenomen materiaal, dat te vinden is in de reeds bestaande li
teratuur en in voorhanden zijnde handschriften;
c. het codificeren van dit materiaal en het bestuderen, mede in in
ternationaal verband, van de typen der elders verzamelde volks
verhalen
d. het uitvoeren van opdrachten, die betrekking hebben op het doel
der stichting;
e. het publiceren van de gevonden gegevens en van de ontwikkelde
inzichten.
Het bureau van de stichting is gehuisvest te Breda, Kortenaerlaan
31, ten huize van de directeur, de heer Jacques U.R. Sinnighe.
Voor een meer uitvoerige informatie verwijzen wij naar de brochure
"Tien Jaren Volksverhalen 1955 - 1965", een uitgave van de stichting
die wij ter visie hebben gelegd-
Het bestuur van de stichting heeft zich tot or.s college gewend met
het verzoek voor huisvesting te xfillen zorg dragen. Uit een bezoek
ter plaatse is ons gebleken dat de huisvesting van de stichting on
toereikend is en voor geïnteresseerden te beperkt toegankelijk. Even
eens is ons gebleken dat de stichting zich gunstig heeft ontwikkeld.
In het algemeen kan worden gesteld dat de taak, die de stichting op
zich heeft genomen een onmiskenbaar cultureel belang heeft en dat de
betekenis van de stichting in het Nederlands en ook internationaal