gemeente Breda
Bij bijlage nr. 472
Ontwerp-spaarverordening 1969
HOOFDSTUK I. ALGEMEHE BEPALII'TGEÏÏ.
Artikel 1
1Deze verordening verstaat onder:
a. belanghebbende: de ambtenaar in de zin van artikel 1 van het algemeen
ambtenarenreglement en de werknemer ingevolge de bepalingen van afdeling
I van de arbeidsovereenkomstenverordening, wiens bezoldiging op 1 janu
ari van enig kalenderjaar, of op de datum van indiensttreding in de
loop van dat kalenderjaar, uit de door hem beklede hoofdbetrekking dan
wel uit twee of meer door hem beklede betrekkingen, welke te samen
naar het oordeel van burgemeester en wethouders geacht dienen te wor
den een hoofdbetrekking uit te maken, niet meer bedraagt dan het
maximum van schaal 40 van bijlage A van de algemene bezoldigings-
f verordening
b. bezoldiging: de bezoldiging in de zin van de algemene bezoldigings
verordening dan wel het loon in de zin van de arbeidsovereenkomsten
verordening, een en ander met uitzondering van de toelage voor onre
gelmatige diensten en de tariefbeloning;
c. ontslag: tevens beëindiging van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk
recht
2. De belanghebbende wiens bezoldiging in de loop van enig kalenderjaar het
in lid 1 bedoelde maximum overschrijdt behoudt de hoedanigheid van be
langhebbende tot het einde van dat kalenderjaar.
Artikel 2
Deze verordening verstaat onder:
a. bijzondere spaarrekening: de door de ambtenaar bij een spaarinstel-
ling op zijn naam geopende spaarrekening als bedoeld in artikel 3;
b. spaarinstelling: spaarbank, handelsbank, landbouwkredietinstelling,
bouwkas, spaarfonds en daarmede vergelijkbare rechtspersoonlijkheid-
bezittende instellingen, waarvan het bestuur zich bereid heeft ver
klaard te voldoen aan de bepalingen van deze verordening;
c. overeenkomst van levensverzekering: een overeenkomst van levensver
zekering als bedoeld in artikel 1onder a, van de wet op het Levens-
verzekeringbedrijf (stbl. 1922, 716), welke is aangegaan met een ver
zekeringsinstelling die in het bezit is van een verklaring van de Ver
zekeringskamer, als bedoeld in artikel 18 van evengenoemde wet en waar
van het bestuur zich bereid heeft verklaard te voldoen aan de bepalin
gen van jeze verordening en is gesloten door de belanghebbende of diens
echtgenoot hetzij op het eigen leven, hetzij op dat van zijn echtgenoot
of zijn eigen, aangehuwde of pleegkinderen, mits:
1e. een verzekeringspremie is verschuldigd van ten minste 25,per
jaar;
2e. de polis niet tot zekerheid is bezwaard of overgedragen;
3e. de overeenkomst, voor zover het tijdstip van uitkering niet wordt
bepaald door het overlijden van de verzekerde, voorziet in een
looptijd van ten minste vijf jaren;
4e. de overeenkomst niet uitsluitend een risicoverzekering inhoudt;