Bij bijlage nr. 472
te hebben uitgestaan, heeft hij ten laste van de gemeente aanspraak op
een spaarpremie van 25 c/° van het totaal van die bedragen tot een maxi
mum van 126,een en ander voor zover daarover nog geen spaarpre
mie is toegekend.
Indien belanghebbende, die als gevolg van de omstandigheid dat zijn be
zoldiging meer is gaan bedragen dan het in artikel 1lid 1bedoelde
maximum niet langer als belanghebbende kan worden aangemerkt, op 1 janu
ari van het kalenderjaar volgend op het jaar waarin zijn bezoldiging
evenbedoeld maximum heeft overschreden nog een bedrag op zijn bijzondere
spaarrekening heeft staan dat ten minste een vol kalenderjaar ononder
broken op die rekening heeft gestaan of ingevolge artikel 12 moet wor
den geacht'te hebben gestaan, heeft hij aanspraak op een spaarpremie
ten bedrage van zoveel vierden van 25 van dat bedrag als dat bedrag
volle kalenderjaren op die rekening heeft gestaan of ingevolge artikel
12 moet worden geacht te hebben gestaan, een en ander voor zover daar
over nog geen spaarpremie is toegekend.
Indien belanghebbende is ontslagen met recht op wachtgeld of uitkering
en hij op de datum van zijn ontslag een tegoed op zijn bijzondere spaar
rekening heeft staan waarover nog geen spaarpremie is toegekend, heeft
hij - tenzij hij heeft gebruik gemaakt van de hem in artikel 9 toege
kende bevoegdheid dan wel binnen twee maanden weer belanghebbende is
geworden - aanspraak op een spaarpremie van 25 van dat tegoed.
Indien belanghebbende is ontslagen wegens het bereiken van de 65-jarige
leeftijd of uit hoofde van zijn ontslag recht heeft op dadelijk ingaand
pensioen en hij op de datum van zijn ontslag een tegoed op zijn bijzon
dere spaarrekening heeft staan dat ten minste één jaar voor de datum van
zijn ontslag ononderbroken op die rekening heeft gestaan of ingevolge
artikel 12 geacht moet worden te hebben gestaan, heeft hij aanspraak op
een spaarpremie van 25 van dat tegoed.
Indien belanghebbende op andere gronden dan bedoeld in de leden 3 en
4 is ontslagen en hij op de datum van zijn ontslag nog een bedrag op
zijn bijzondere rekening heeft staan dat ten minste een vol kalender
jaar op die rekening heeft gestaan of ingevolge artikel 12 geacht moet
worden te hebben gestaan, heeft hij - tenzij hij binnen twee maanden
weer belanghebbende is geworden - aanspraak op een spaarpremie van
zoveel vierden van 25 cï° van dat bedrag als dat bedrag volle kalender
jaren op die rekening heeft uitgestaan of ingevolge artikel 12 geacht
moet worden te hebben gestaan, een en ander voor zover daarover nog
geen spaarpremie is toegekend.
Indien belanghebbende is overleden en hij op de datum van zijn over
lijden een tegoed op zijn bijzondere rekening had staan waarover nog
geen spaarpremie is toegekend, hebben zijn rechtverkrijgenden aan
spraak op een spaarpremie ten bedrage van 25 van dat tegoed.
Artikel 8
Indien aanspraak op spaarpremie bestaat op grond van artikel 7 wordt
de spaarpremie ambtshalve aan de belanghebbende, gewezen belangheb
bende of rechtverkrijgenden van een overleden belanghebbende toege
kend.