Bij bijlage nr. 472 - 8 - Artikel 24 Hij, die voor 1 januari 1969 van zijn spaarrekening in de zin van de ambtenarenspaarregeling 1961 opgenomen gelden heeft aangewend voor de aankoop van effecten, maar te dier zake nog geen aanspraak op spaar premie had, omdat bedoelde aankoop niet als besteding in de zin van die spaarregeling kon worden aangemerkt wegens het niet vervuld zijn van de termijn van vier jaren, heeft aanspraak op de spaarpremie, waarop hij overigens aanspraak zou hebben gehad, indien die regeling niet was ingetrokken. Artikel 25 De deelnemer in de zin van de ambtenarenspaarregeling 1961 heeft voor de vóór 1 januari 1969 verrichte periodieke betalingen in de zin van die spaarregeling aanspraak op de spaarpremie, waarop hij aanspraak zou hebben gehad ingevolge de genoemde spaarregeling, indien deze niet was ingetrokken. HOOFDSTUK V. SLOTBEPALINGEN Artikel 26 1 Ir.dion een verzoek om toekenning van spaarpremie geheel of ten dele wordt afgewezen geven burgemeester en wethouders daarvan aan de be langhebbende, gewezen belanghebbende of rechtverkrijgenden van een overleden belanghebbende schriftelijk en met redenen omkleed kennis. 2. In gevallen, waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, kunnen burgemeester en wethouders de nodige voorzieningen treffen. Artikel 27 De ambtenarenspaarregeling 1961 wordt ingetrokken. Artikel 28 Deze verordening, die kan worden aangehaald als Spaarverordening 1969", treedt in werking met ingang van 1 januari 1969.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1968 | | pagina 918