gemeente Breda
I
Bij bijlage nr. 499
Nota van het college van burgemeester en wethouders aan de
raad van de gemeente Breda inzake de erkenning van de Stich
ting Katholieke Maatschappelijke Gezinszorg als Aangewezen
Instelling (A-instelling met 40 subsidie).
I. ALGEMEEN.
Onlangs heeft de staatssecretaris van het ministerie van cultuur, recreatie
en maatschappelijk werk de subsidieregeling voor Gezinsverzorging en gezins
hulp gewijzigd om een meer omvangrijke en meer doelmatige hulpverlening mo
gelijk te maken, waardoor tevens meer service geboden kan worden aan zelf
standig wonende bejaarden, chronisch zieken en gehandicapten.
Be instellingen voor gezinsverzorging die hun apparaat geschikt maken om
aan alle noodzakelijke aanvragen, met name van laatstgenoemde categorieën,
te kunnen voldoen, ontvangen voortaan een tot 80 c/o verhoogd subsidie van
rijk en gemeenten samen.
Voor de aanwijzing als zodanig worden voorwaarden gesteld ter zake van de
directie, de staf en het aantal beschikbare gezinsverzorgsters en gezins
helpsters, ter waarborging van de kwaliteit en de continuïteit van de ge
boden hulp.
Het verhoogde subsidie kan ook worden toegekend aan instellingen, die nog
niet voldoen aan alle voorwaarden, maar waarbij zulks op korte termijn wel
het geval zal zijn. Een en ander is onder andere te bereiken door bijvoor
beeld het samengaan met andere instellingen voor gezinsverzorging of met
instellingen voor algemeen maatschappelijk werk.
Voorwaarden voor aanwijzing.
Ten einde als aangewezen instelling (A-instelling) te kunnen worden aange
merkt dient de instelling ten minste 50 gezinsverzorgsters/gezinshelpsters
met volledige dagtaak in dienst te hebben. De aanwezige gezinshelpsters
dienen aan ten minste 30 gezinnen hulp te verlenen.
Voorts zal de instelling zo spoedig mogelijk moeten beschikken over een
adequate leidinggevende staf, bestaande uit:
a. een directeur;
b. één of meer staffunctionarissen;
c. één of meer medewerksters, belast met de directe leiding over de ge
zinsverzorgsters en gezinshelpsters.
De minister handhaaft de aanwijzing tot het tijdstip waarop hij van oordeel
is dat een situatie is ontstaan, waarbij de instelling niet in staat is voren
bedoelde bepalingen na te komen.
II. SITUATIE IN BREDA.
(bezetting van de instellingen per 1 januari 1968)