gemeente Breda
Bij bijlage nr. 413
De raad der gemeente Breda;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 december 1969;
gelet op artikel 171 der gemeentewet;
gehoord de afdeling voor openbare werken;
besluit
aan F.F.P. Mannaert, mevrouw TT.H. Hannaert-Hartman, H.J.O.M. Mannaert,
allen wonende Mauritssingel 7 te Breda, mevrouw A. Verloop-¥estrik,
wonende Jachtlaan 10 te Ulvenhout en H.P.M.T. Mannaert, wonende Markt
7 te Costerhout, te verkopen het pand met erf en aanhorigheden, plaatse
lijk gemerkt Veemarktstraat 23 en groot 540 m2, kadastraal bekend
als een gedeelte van het perceel gemeente Breda, sectie B, nr. 1297
en met rode kleur aangegeven op de bij dit besluit behorende situatie
tekening nr. 42231, voor de prijs van 60.000,en onder de na
volgende voorwaarden en bepalingen:
1. het verkochte wordt overgedragen vrij van huur en in de staat,
waarin het zich ten tijde van het verlijden van de akte van tran
sport bevindt met alle lusten en lasten, heersende en lijdende
erfdienstbaarheden, doch vrij van hypotheek, hypothecaire in
schrijvingen en beslagen; de gemeente is tot geen andere vrij
waring gehouden dan tot die wegens uitwinning;
2. de betaling van de koopsom zal geschieden bij het verlijden van de
akte van transport;
3. alle kosten op de overdracht, de opmeting en de levering vallende,
komen voor rekening van kopers;
4. kopers doen afstand van de bevoegdheid, omschreven in artikel 690
van het burgerlijk wetboek, voorzover het aan het verkochte
grenzende terrein eigendom van de gemeente is;
5. kopers zijn verplicht het gekochte terrein af te sluiten overeen-
komstig het daaromtrent in de bouwverordening voor de gemeente
Breda bepaalde;
6. de grond- en andere zakelijke belastingen en lasten van het ge
kochte geheven wordende zijn vanaf de datum van het verlijden
van de akte van overdracht voor rekening van kopers; verrekening
van de uit dien hoofde aan de gemeente voor het lopende jaar te
betalen bedragen geschiedt bij het verlijden van de akte van
transport
7. kopers zijn verplicht:
a. het gekochte, voorzover dit is opgenomen in de monumentenlijst
voor de gemeente Breda, als monument te onderhouden zulks over
eenkomstig het bepaalde in artikel 14 van de monumentenwet
b. het verkochte in redelijke staat van onderhoud te brengen en hier
toe de benodigde vergunningen binnen zes maanden na het verlijden
van de akte van transport aan te vragen;
c. binnen een jaar na het verlenen van de hiervoor sub b genoemde
vergunningen het gekochte in redelijke staat van onderhoud te
hebben gebracht;