bijlage nr. 416
-2
Op grond van de volgende redenering is de arrondissementsrechtbank
van oordeel, dat ook de kosten van hetgeen zij als bewezenverklaard
acht niet ten laste van eigenaar mag komen. "Door eiser/eigenaar
is betoogd, dat de schuur met kolenhok van het pand Balfortstraat 32a
en de schuur van het pand Balfortstraat 32 door huurder zelf zijn
gebouwd en geen deel uitmaakten van het verhuurde bij het sluiten
van de huurovereenkomst. Eiser heeft deze bewering gestaafd, door
het overleggen van een tekening, waarop deze aanbouwsels niet voor
komen. Een eigenaar is niet aansprakelijk voor al wat niet tot het
door hen verhuurde behoort".
Ten aanzien van het bovenstaande moge het volgende opgemerkt worden.
Hoewel wij van mening zijn, dat het niet bewezen geachte toch nauw
samenhangt met de uitvoering van aanschrijving, willen wij de
eigenaar "het voordeel van de twijfel" gunnen zodat betreffende
kosten voor rekening van de gemeente komen,
Door de bewoonster van het pand Balfortstraat 32 is verklaard, dat
bedoelde schuurtjes reeds aanwezig waren toen zij het pand in
1928 betrok. De panden zijn in 1941 door de heer Stienen gekocht.
In de desbetreffende koopakte wordt gesproken van twee woningen
met bijbehorend erf en aanhorigheden. Daar ei geen andere aanhorig-
heden aanwezig zijn, zouden hiermede de schuurtjes bedoeld kunnen
zijn. Voor bedoelde schuurtjes is voorzover dezerzijds is na te gaan
geen bouwvergunning verleend? dit was destijds ook niet verplicht.
Naar onze mening is door de rechtbank niet voldoende nagegaan of
deze schuurtjes nu wel of niet tot het verhuurde behoorden. De
conclusie, dat ze er niet toebehoorden kan ons inziens gelet op
het bovenstaande worden aangevochten.
De artikelen 24 en volgende van de woningwet geven ons de opdracht
om de woningen te onderzoeken naar hun geschiktheid ter bewoning?
behoeft een ironing, hoewel niet ongeschikt ter bewoning; ver
betering, dan moet de eigenaar, of anders degene die tot het
treffen van voorzieningen bevoegd is, worden aangeschreven.
Allen indien duidelijk is, dat deze eigenaar niet bevoegd is,
kan iemand anders worden aangeschreven, b.v. een vruchtgebruiker.
De woningwet geeft ons niet de opdracht te onderzoeken of de ge
breken aan de woning eventueel een gevolg zijn van zonder toe
stemming van de eigenaar aangebrachte veranderingen. Dit zou
onze taak met betrekking tot de aanschrijvingen te zeer verzwaren,
zo niet onmogelijk maken.