gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 52
51 januari 1969
P/ 1493
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het aangaan van kasgeldleningen met een ma
ximumlooptijd van een jaar in het tweede
kwartaal 1969.
In Uw vergadering van 12 december 1968 besloot U ter voorziening in de
behoeften aan kasmiddelen in het eerste kwartaal 1968 kasgeldleningen
te sluiten tot maximaal 40.000.000,
Hoewel dit bedrag hoger was dan 25 7° van het saldo van uitgaven van de
gewone dienst, verminderd met de totaaluitgaven van de hoofdstukken XII
en XIV werd de werkingsduur van Uw besluit niet meer beperkt tot een
kwartaal. Vóór 1968 werd de werkingsduur op verzoek van gedeputeerde
staten beperkt tot een kwartaal, wanneer de kasgeldnorm werd over
schreden. Voor het jaar 19^9 wensten gedeputeerde staten de oude toe
stand weer te herstellen, waaruit volgt dat bij overschrijding der
kasgeldnorm de machtigingsbesluiten een werkingsduur zullen hebben
van drie maanden.
De vlottende schuld van de gemeente zal op 1 april 1969 naar schatting
31.000.000,bedragen. Wanneer tot de datum van 1 april 1969 nog
financieringsmiddelen beschikbaar worden gesteld, is dit bedrag met
de som der ontvangen middelen te verminderen. In het tweede kwartaal
zullen nieuwe financieringsmiddelen nodig zijn tot een bedrag van on
geveer 12.000.000,Wanneer ook in het tweede kwartaal 1969 geen
geldleningen kunnen worden opgenomen, zal de maximale behoefte aan
kasgeldleningen en krediet in rekening-courant 43.000.000,bedra
gen. Deze som is uiteraard hoger dan de kasgeldnorm voor 1969 die
19.220,621 bedraagt.
Dit toenemend beroep op de geldmarkt wordt veroorzaakt door de onvol
doende toewijzing van langlopende middelen door de centrale finan
ciering. Dit leidt ertoe dat de gemeente, wil zij de voortgang van de
gemeentelijke huishouding verzekeren, een toenemend beroep op de geld
markt zal moeten doen.
Wij stellen U daarom voor gedurende het tweede kwartaal 1969 kasgeld
leningen met een maximumlooptijd van een jaar aan te gaan tot een som
van ten hoogste 43.000.000,met inbegrip van de in rekening-cou
rant opgenomen bedragen en voorts onder de voorwaarden in het voor U
ter visie gelegd ontwerp-besluit opgenomen.