gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 68
5 februari 1969
V/1905
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het vaststellen van voorlopige uitgifteprijzen
van gronden.
Zoals U bekend is, worden de uitgifteprijzen voor gronden, gelegen
in de uitbreidingsplannen, periodiek herzien en zodanig vastgesteld,
dat de te verwachten opbrengsten gelijk zijn aan de geraamde kosten.
In voorgaande jaren is bij de vaststelling der uitgifteprijzen uit
gegaan van een zekere differentiatie naar de ligging der betreffen
de terreinen.
Bij besprekingen met het ministerie van volkshuisvesting is echter
gebleken, dat met name bij terreinen bestemd voor woningwetbouw
een aanzienlijk verschil bestaat tussen de door het ministerie ge
hanteerde grondprijzen voor deze categorie en de door de gemeente
Breda vastgestelde prijzen. De oorzaak van het verschil is gelegen
in de door het genoemde ministerie gehanteerde zogenaamde "bestem
mingsfactoren", waarbij de bestemmingsfactor voor woningwetbouw
lager is dan die voor particuliere bouw. Te Uwer informatie zij
verwezen naar de ter inzage gelegde publikatie van het ministerie
van volkshuisvesting "Grondkosten woningbouw", meer speciaal naar
het op pagina 51 gestelde.
Wij zijn van mening, dat ter handhaving van de onderhandelingsposi
tie van de gemeente Breda met het ministerie aansluiting bij de door
het ministerie gehanteerde normen noodzakelijk is. Wij hebben daar
om de directeur van de dienst van openbare werken verzocht na te gaan
tot welke consequenties een en ander zou kunnen leiden.
Gezien de omvang van de daaraan verbonden werkzaamheden en gezien
het feit, dat omtrent de nieuwe opzet overleg met het ministerie
van volkshuisvesting noodzakelijk is, is het niet mogelijk Uw raad
reeds thans een definitief overzicht der uitgifteprijzen voor te
leggen.
Anderzijds menen wij, dat de uitgifte van gronden niet kan wachteh
op de vaststelling van deze definitieve prijzen. Ter overbrugging
van de tussenliggende periode kan de oplossing gevonden worden in
de vaststelling van een voorlopige uitgifteprijs, welke gebaseerd
ié op de uitgifteprijs 1963 5/J. Waar verwacht mag worden, zal de
ze voorlopige prijsvaststelling geen nadelige invloed uitoefenen
op de exploitatie der uitbreidingsplannen.