Bij bijlage nr. 95
-3-
tore te voeren, tenzij burgemeester en wethouders hem daartoe opdracht
hebben verstrekt.
Artikel 14
Het hoofd van de functie boekhouding is verplicht alles te doen, wat
voor een goede uitoefening van zijn functie nodig is.
Hij kan zich niet op onvolledigheid van deze instructie of andere
voorschriften beroepen bij het nalaten van datgene vrat tot zijn taak
behoort
Artikel 15
Deze instructie kan worden aangehaald als "instructie hoofd van de
functie boekhouding"
Artikel 16
Deze instructie treedt in werking op 1 januari 1970.
Gezien de comptabele,
Burgemeester en wethouders van Breda,
burgemeester.
secretaris.