gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. bijlage nr. 97 5 maart 1969 V/1981 Voorstel van burgemeester en wethouders tot uitvoering van de fasen III en IV van de rioolwaterzuiveringsinrichting nabij Nieuwveer (gedeelte biologische zuivering) In Uw vergaderingen van respectievelijk 17 november 1965» 12 oktober 1968 en 14 september 1967 zijn besluiten genomen met betrekking tot de uitvoering en onderhandse aanbesteding van de fasen I en II van de rioolwaterzuiveringsinrichting nabij Nieuwveer. Kort samengevat omvatten deze fasen, welke worden uitgevoerd door de II.V. Algemene Bouwonderneming "Albouw" te Breda, ten eerste de bouw van het gemaal, de snijroosters en de zandvangers - een en ander al enige tijd voltooid en in bedrijf - en vervolgens de mechanische voorbezinkingsbasis, welk gedeelte thans wordt afgebouwd. In aansluiting hierop moet op vrij korte termijn worden begonnen met de realisering van de fasen III en IV, welke te zamen het gedeelte biologische zuivering vormen. De hiervoor te maken werken bestaan uit de drie beluchtingsunits, de drie nabezinkunits, de centrale af- voergoot, het trafo- en schakelgebouw en de diverse leidingen en controleputten, een en ander volgens bijgaand bestek nr. Br.2.2.-III- IV met de bijbehorende tekeningen nr. Br.2.2.III-IV- 301, -302, -303 en -304*)Hierbij moge nog xforden vermeld dat het ontwerp voor de units c.a. is opgesteld in overleg met het R.I.Z.A. te Voorburg. Dj aan de uitvoering van deze fasen verbonden kosten zijn begrepen in het totaalbedrag van de door Uw raad successievelijk verleende kredieten voor de aanleg van de rioolwaterafvoerleiding van Breda naar het Hollandsch Diep, meer bijzonder in het op 18 april 1968 gevoteerde aanvullend krediet van 9.721.000,hetwelk voornamelijk voor de afbouw van de R.U.Z. is bestemd. De goedkeuring van gedeputeerde staten van Noord-Brabant op dit bedrag of een gedeelte daarvan is nog niet verkregen, doch naargelang de uit voering van het werk daartoe noopt zal deze goedkeuring worden gevraagd. De ervaring heeft geleerd, dat genoemd college daaraan tijdig zijn mede werking geeft. Ingevolge de voorwaarden*) waaronder door de minister van verkeer en water staat in later stadium aan de gemeente subsidie is verleend in de kos ten van het project rioolwaterafvoerleiding Breda-Hollandsch Diep be hoeven de plannen en bestekken van de onderdelen van dit project, als ook de wijze van aanbesteding de voorafgaande goedkeuring van genoemde minister.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 232