gemeente Breda bij bijlage nr. 109 Toelichting, behorende bij het voorstel van burgemeester en wethouders tot toe kenning van een schadeloosstelling aan een tweetal personen wegens afstand van de huur van een bedrijfspand. Het betreft de afstand van huur van de bedrijfspanden Prinsenkade 17. Prinsenkade 17. j/.' Dit pand is sinds 15 maart 1968 eigendom van de gemeente en zal op koi"te termijn geamoveerd dienen te worden ten behoeve van de te rea liseren aansluiting van de noordelijke invalsweg op het verkeers- kwadrant van de binnenstad. Huurder van het pand is de H.V. Bierbrouwerij "De Drie Hoefijzers'1, welke ïï.V. het pand weer doorverhuurd heeft aan de heer J.J. Jansen, die in het pand een café exploiteert. Volgens de jurisprudentie dienen de huurder en de onderhuurder van een bedrijfspand schadeloosgesteld te worden tot het bedrag van de werkelijke schade, welke schade maximaal 5 maal de nettojaaropbrengst of 8 maal de jaarhuur mag bedragen. De huurder, de H.V. Bierbrouwerij "De Drie Hoefijzers" komt ingevolge de wet houdende voorlopige regeling van de schadeloosstelling van huur ders van bedrijfspanden in dit geval een schadeloosstelling toe, groot t - 2/5 gedeelte (gemeente is één jaar eigenares) van 21.840,(8 x de jaarhuur ad 2.730,—) of totaal 14-560,—. Uitbetaling van dit bedrag zal eerst plaatsvinden, nadat de onderhuurder het pand geheel ontruimd en vrij van huur aan de gemeente zal hebben opgeleverd doch niet eerder dan 1 april 1969. De onderhuurder, J.J. Jansen, komt ingevolge de wet, houdende voorlopige regeling van de schadeloosstelling van huurders van bedrijfspanden in het onderhavige geval een schadeloosstelling toe, groot 2/3 gedeelte van het netto-inkomen over de laatste 3 jaren, ofwel 28.140,ver meerderd met 700,voor verhuiskosten, totaal derhalve afgerond 28.850,—. Uitbetaling van dit bedrag zal geschieden onmiddellijk nadat het betref fende pand geheel ontruimd en vrij van gebruik aan de gemeente 'zal zijn opgeleverd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 254