gemeente Breda
y
aan de raad der gemeente Breda.
bijlage nr. 137.
16 april 1969
V/98
Voorstel van burgemeester en wethouders
tot verdaging van de beslissing omtrent
de vaststelling van het bestemmingsplan
Princenhage-We st
Met ingang van 16 januari 1969 heeft gedurende een maand ter ge-
meentesecretarie voor een ieder ter inzage gelegen het ontwerp-
bestemmingsplan Princenhage-West met bijbehorende voorschriften
en toelichting.
Ingevolge artikel 25, lid 1, van de wet op de ruimtelijke ordening
moet de gemeenteraad omtrent de vaststelling van het plan een be
slissing nemen binnen drie maanden na afloop van de termijn van
tervissielegging.
De raad kan deze termijn eenmaal voor ten hoogste drie maanden
verdagen.
Men en ander betekent, dat het plan Princenhage-West zonder verda
ging zou moeten worden vastgesteld vóór 16 mei 1969.
In verband met de omstandigheid, dat de vergadering van Uw raad
voor die maand is vastgesteld op 22 mei 1969 zou de beslissing
omtrent de vaststelling van het plan moeten worden genomen
in Uw vergadering van 17 april 1969.
Tegen het ontwerp-bestemmingsplan zijn een aantal bezwaarschriften
ingediend. De beoordeling daarvan vraagt tijd en wel meer dan aan
vankelijk gedacht was.
Wij stellen U daarom voor de beslissing omtrent de vaststelling
van het plan te verdagen, waarbij wij opmerken ernaar te streven
de vaststelling in Uw vergadering van 22 mei 1969 aan de orde te
stellen.
De afdeling voor ruimtelijke ordening en economische zaken is gehoord.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester.
van den Dam
secretaris.