I
Bijlage nr. 139 -2-
een beeld, dat is aangewezen als beschermd stadsgezicht in de zin van de
monumentenwet, zodat van slopen geen sprake kan zijn. De gemeente heeft
het pand aangekocht om het als ruilpand te laten dienen. Daardoor kon het
verhuurd worden. Ma de hiervooraangehaalde publikatie heeft de directeur,
desgevraagd, medegedeeld» dat alleen in de vertrekken van het pand, waar
in het bovenbedoeld gezin is ondergebracht, de muren vochtig en beschim
meld zijn.
Uit een onderzoek is gel'leken, dat deze gebreken niet zijn ontstaan als
gevolg van dak- of gootlekkages doch door het -volledig afsluiten van alle
ventilatie-openingen. Zo is een luchtrooster, dat is aangebracht in een
bovenlicht, aan de binnenzijde met plastiek dichtgeplakt, evenals een
luchtrooster in een muur aan de buitenzijde van de achtergevel.
De vochtigheid van de muren moet uitsluitend aan condensvorming worden
toegeschreven; verder zijn in het pand geen gebreken geconstateerd.
De directeur van voormelde stichting, die van gemeentewege over het resul
taat van het onderzoek is geïnformeerd, heeft toegezegd te zullen bevorde
ren, dat de wijze, waarop het betrokken gezin van de woonruimte in het
pand gebruik maakt, in gunstige zin wordt beïnvloed.
VRAAG
De heer Kramer vraagt de bemiddeling van het college om in het wachthuisje
van de B.B.A» op het Stationsplein verlichting te doen aanbrengen. Dit
wachthuisje is al de hele winter onverlicht en dit brengt ongerief mee
voor de buspassagiers, die nog niet eerskunnen zien hoe laat hun bus vertrekt.
AUTOOOBD
Eet wachthuisje van de stadsautobusdienst zal van gemeentewege zo spoedig
mogelijk van een passende verlichting worden voorzien.
VRAAG
De heer Bjemans constateert dat de dienst van beplantingen onlangs een se
rie bomen heeft geplant langs de Ettensebaan en wel juist aan die zijde
waar zij de grootst mogelijke schade aan de tuinbouwprodukten kunnen toe
brengen. Tot overmaat van ramp zijn het ook nog populieren, welke in een
paar jaar een heel eind opschieten en een maximum aan schaduw afwerpen.
Hij wil duidelijk steller dat hij niet tegen beplanting is,maar de beplanting
op deze plaats vindt hij wel erg ongelukkig gekozen.
Hij vraagt het college deze zaak te willen bezien.
AHTUOORD
In eerder stadium is aan het lid van Uw raad, de heer Goos, toegezegd dat
op korte termijn maatregelen zullen worden genomen om de bomen, die hinder
en schade kunnen veroorzaken te verplanten of te ven-rij deren.