bijlage nr. 160 -2- Toch is in enicele gevallen wel met neer of minder resultaat overleg ge pleegd en aan de wensen van de V.A.C. tegemoet gekomen kunnen worden. Zo hebben b.v. de bewaren van de V.A.C. tegen de hoge keukenramen, de lichtwegnemende vuilstortkokers en de lavets bij de flats aan de Bernard de Wildestraat ertoe geleid, dat bij het volgende project I.B.C.-woningen veranderingen zijn aangebracht. De vraag is echter of dergelijke wijzigin gen weer geen andere bewaren oproepen, n.l. grotere inkijk in de keukens, langere loopafstand naar de stortkokers. De hogere plaatsing van het lavet in het eerste project was gedaan met het oog op de behandeling van de ge— zinswas Door de industriële bowers, t.w. de Neduco N.V. en de I.B.C. worden ook woningen in dezelfde systemen in andere gemeenten gebouwd, d.w.z. gebruik van gelijkvormige elementen. En het betekent tevens, dat de adviezen en de wensen van de V.A.C.'s in die gemeenten, waar dezelfde systeembouwers wer ken, op elkaar afgestemd om niet te zeggen gelijkluidend dienen te zijn; zo niet den komt de rationele fabricage van de elementen voor meerdere projecten in het gedrang. Zoals boven reeds vermeld moeten bij de bouw van woningwetwoningen de "voorschriften en we nice n voor het ontwerpen van woningen" in acht genomen worden. Hierin zijn o.a. bindende richtlijnen gegeven met betrekking tot de afmetingen van de vertrekken, het aantal en de afmetingen van de kasten alsook de plaatsing daarvan, het aantal wastafels, de omvang van de elec- trische installatie, enz. Door de gebondenheid hieraan en door de opvat tingen en inzichten van de diverse architecten ontstaan vaak functionele en esthetische plannen, die niet in alle opzichten aan de ideeën van de V.A.C. voldoen, terwijl het dan uiterst moeilijk is daaraan ingrijpende veranderingen aan te brengen. Vanzelfsprekend kan aan wensen inzake kleinere voorzieningen, die niet of weinig kostenverhogend werken, tegemoet worden gekomen, hetgeen in het verleden ook enkele malen is gebeurd. Zowel bij ons college als bij de dienst van openbare werken, en in voor komend geval ook wel bij de bouwverenigingen is de bereidheid aanwezig om adviezen en suggesties van de V.A.C. over te nemen, doch uiteraard binnen de grenzen van het mogelijke. In de practijlc kan wellicht nog doeltreffender worden gewerkt door in wat vroegtijdiger stadium de bouwplannen aan de V.A.C. ter inzage en beoordeling te geven. Voorzover dit zinvol kan zijn, blijven wij daartoe bereid. Voor reële kritiek zijn wij uiteraard ontva^" ^lijk, zelfs dankbaar, en indien ook maar enigszins mogelijk wordt er rekening mee gehouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 345