5. aan artikel 3 toe te voegen: "g. het bouwen dient plaats te vinden overeenkomstig de in artikel 27 bedoelde uitwerking door burgemeester en wethouders"; 6. aan artikel 7 toe te voegen: "c. het bouwen dient plaats te vinden overeenkomstig de in artikel 27 bedoelde uitwerking door burgemeester en wethouders" 7. artikel 8 sub 1 "1. a. de hoogte van de hoofdgebouwen maximaal 12 meter zal bedragen gemeten boven de kruin van rijksweg 15; b. de hoogte van de overige gebouwen maximaal 4 meter zal bedra gen gemeten boven de kruin van rijksweg 16; c. het bebouwde oppervlak ten hoogste 55f° zal bedragen;" 8. in artikel 8 sub 2. "met toestemming van de wegbeheerder" te ver vangen door "de wegbeheerder gehoord"; 9. artikel 11 sub d. achter de woorden "ter lengte van 7 meter" vast te stellen als volgt: "in andere gevallen mag de hoogte van de be drijf sgebouwen, welke worden gebouwd op minder dan 7 meter uit de achtergevel van de dienstwoning maximaal 3 meter bedragen" 10. aan artikel 18 toe te voegen", en met dien verstande dat de aanleg resp. het bouwen dient plaats te vinden overeenkomstig de in artikel 27 bedoelde uitwerken door burgemeester en wethouders" 11. in artikel 20 sub 1. tussen "waarbij is toegestaan het bouwen van" en "kleine niet voor bewoning bestemde gebouwen" in te voegen "bij de bestemming behorende of daarin passende" en aan dit lid sub 1 toe te voegen", met dien verstande dat de aanleg resp. het bouwen dient plaats te vinden overeenkomstig de in artikel 27 bedoelde uit werking door burgemeester en wethouders" 12. in artikel 20 sub 2. "met toestemming van de wegbeheerder" te ver vangen door "de wegbeheerder gehoord"; 13. aan artikel 23 lid 1. sub e„ toe te voegen "en het opslaan van materiaal en materieel ten behoeve van het onderhoud en de gladheids— bestrijding ven wegen"; 14. aan artikel 24 toe te voegen "11. van het bepaalde in artikel 23 lid 1 sub e. voor zover het geen afvalstoffen betreft" 15. artikel 25, aanhef van lid 2 te vervangen door: "deze werken en/of werkzaamheden zijn in strijd met het plan indien deze zullen leiden tot"; burgemeester en wethouders te machtigen reclamanten in kennis te stellen van hetgeen ten aanzien ven hun bezwaarschriften is overwogen en beslist. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 22 mei 1959. De raad voornoemd, burgemeester. secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 354