-7- rijksweg geprojecteerde bijzondere bebouwing. Het uitlichten uit het plan en het handhaven van de agrarische bestemming van deze perceels- gedeelten achten wij niet juist, omdat op die plaats geen agrarische bebouwing meer dient te irorden toegestaan. Agrarische bodemcultuur blijft ook bij een bestemming passieve recreatie mogelijk. Het bezwaar inzake een ongunstige onderhandelingspositie tegenover rijkswaterstaat is naar onze mening ongegrond. Wij achten een moge lijk gebruik door rijkswaterstaat, zoals door adressant wordt gesug gereerd, van de perceelsgedeelten voor opslag van materiaal ten be hoeve van het onderhoud en de gladheidsbestrijding van wegen onge wenst. Wij staan dan ook op het standpunt, dat de betreffende ge bruiksvoorschriften dienen te worden aangevuld met een dergelijk ver bod. Het wijzigen van de voorschriften op dit punt hoeft niet te lei- den tot het opnieuw ter visie leggen van het plan in ontwerp-vorm. Appellant verkrijgt ten aanzien hiervan wel een aanvullend beroeps- recht op gedeputeerde staten. Voorts merken vrij op, dat de tuinbouwbedrijven van A. van Gaaien en H. Goos aan de Hovenierstraat juist in het plan zijn opgenomen.vregens bestemmingsveranderingen op de aangrenzende gronden ten gunste van die bedrijven en om het aanwezig gebruik van de terreinen (voor tuin bouw) formeel te regelen. Voor opname van het tuinbouwgebied in de hoek Liesboslaan/Beeksebaan zien wij geen aanleiding, omdat er geen bestemmingswijziging voor dat gebied aan de orde is. Voor dat gebied kunnen zonder bezwaar van toe passing blijven de agrarische bepalingen van het bestemmingsplan in hoofdzaak. Opname van dit gebied in het plan ten behoeve van woningbouw achten vrij uit een oogpunt van planstructuur in het geheel niet nodig en zou overigens de economische uitvoerbaarheid van het plan ongunstig be- invloeden. Ad.13. Het ontmoet naar onze mening geen bezwaar de rooilijnafstand ten op zichte van de verbindingslus Mastbosstraat/Graaf Engelbertlaan te be palen op 25 meter, daar het in stuaie zijnde bouwplan voor een bureau voor de rijkspolitie op het betrokken perceel ook alsdan zal kunnen worden gerealiseerd. Ook aan de wens van rijkswaterstaat om de gronden aan de westzijde van het zuidelijk gedeelte van de Mastbosstraat, gelegen in zijn ont eigeningsplan, buiten de bebouwingssfeer te laten, kan worden voldaan. Deze strook grond dient alsnog de bestemming verkeersdoeleinden te krijgen. Het bezwaar van rijkswaterstaat tegen de geprojecteerde bebouwing tussen de Beeksebaan en de nieuwe rijksweg 16 met een maximale hoogte van 30 meter op een afstand van 100 meter uit de as van de nieuwe rijksweg komt ons bij nader inzien reëel voor, zulks mede in verband met de nabijheid van een verkeersplein. Wij menen echter dat een be- bouwingsmogelijkheir' binnen dit gebied gehandhaafd moet blijven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 361