bij rijkswaterstaat de best mogelijke oplossing voor de bereikbaar heid van het motel in de gewijzigde situatie te verkrijgen. Ad.17. Het plan tast het gebruik als parkeerplaats van het perceel tussen de Bijloop en de Talmastraat niet aan. Voor zover rijkswaterstaat deze grond nodig heeft voor de aanleg van rijkswegen zal deze instantie reclamante via aankoop of onteigening schadeloos stellen. Voor uitbreiding van de melkfabriek geven wij voorkeur aan de gronden ten noorden van de Flierstraat (naast de huidige fabriek) en aanslui tende aan de daar gelegen terreinen van reclamante. Met adressante worden reeds enige tijd onderhandelingen gevoerd om tot eigendommen- ruil te komen. Uit dien hoofde hebben wij ons tegenover haar tot het volgende bereid verklaard, uiteraard behoudens instemming van Uw raad, a. Bij de aankoop van haar percelen ten weste van de Mastbosstraat worden als compensatie ten verkoop aangeboden de gemeente-eigendom men ten noorden van de Flierstraat. b. De gemeente is bereid de verdere verwerving van particuliere ter reinen ten noorden van de Flierstraat ter hand te nemen en deze tegen kostprijs aan reclamante over te dragen. c. Bevorderd wordt dat meergenoemd gebied een aangepaste bestemming krijgt waardoor uitbreiding van het bedrijf aldaar mogelijk wordt. Voor een goede uitvoering van het onderhavige bestemmingsplan kunnen o.i. de gronden van St. Martinus ten westen van de Mastbosstraat, waarvan slechts de percelen nos 800 en 1465, tesamen groot 11,38 are, (de oppervlakte van de ter compensatie aangeboden gemeentegrond ten noorden van de Flierstraat is aanmerkelijk groter) thans voor kleine bedrijven zijn bestemd, niet worden gemist. Bij aankoop of onteigening zal reclamante haar schaden kunnen herstellen. Voorts kan zij een be roep doen op meergenoemd artikel 49 van de wet op de Ruimtelijke Orde ning. De bedenkingen van reclamante tegen de geprojecteerde aanvoerweg, wel ke slechts als suggestie is te zien, zijn niet relevant omdat zij zich richten tegen een buiten het plan aangegeven indicatie. Ten aanzien van de te maken aansluiting en bereikbaarheid van de bestaande aan- voerbaan zal zoveel als mogelijk met de wensen van adressante rekening worden gehouden. Resumerende zijn wij derhalve van oordeel dat de bezwaren ongegrond zijn. Enerzijds adviseert de provinciale planologische commissie ter berei king van een gunstiger grondexploitatie het gebied ten noorden van de Haagse Markt in het plan te betrekken. Anderzijds geeft zij in over weging een tweetal tuinbouwgebieden te verwerven, waarmede zeer hoge kosten gemoeid zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 363