-10-
Voor het ten noorden van de Haagse Markt gelegen gebied wordt een
bestemmingsplan (afrondingsplan voor de kern Princenhage) voorbereid,
terwijl door het systeem van de grondpool evenwicht in de uitgifte
prijzen voor de gemeentelijke bouwterreinen in de verschillende plan
nen wordt bereikt.
Het tuinbouwgebied tussen de Beekse Baan en de Liesboslaan kan ge
handhaafd blijven. Evenzo de twee tuinbouwbedrijven langs de Hove
nierstraat, die uitbreidingsmogelijkheid krijgen en goed aansluiten
op de gronden welke daar reeds voor "doeleinden van handel en bedrijf"
waren bestemd.. Ten opzichte van de heersende windrichting (zuidwest)
liggen deze bedrijven voor de nieuwe woonwijk niet ongunstiger dan de
bestaande bebouwing. Overigens zal de wijze van bedrijfsuitoefening
moeten voldoen aan wettelijke eisen waarvan de inhoud onderhevig is
aan veranderende of veranderde omstandigheden. Het eventueel benut
ten van de westelijke rijbaan van de Beekse Baan als rangeerweg voor
het verkeer Tilburg via de zuidelijke rondweg richting Etten, is o.i.
een rijkszaak. Initiatieven van rijkswaterstaat in deze willen wij
afwachten. Zo nodig kan t.z.t. een planwijziging worden voorbereid.
Het ontwerp-plan presenteert zich, vooral ten aanzien van de woonbe
stemming, als een globaal plan, nader te detailleren door ons college.
Hoe dit gedetailleerde p3an er precies zal uitzien en hoe met name de
bebouwingsgrenzen zullen lopen, is thans nog niet te zeggen. Dit is
mede afhankelijk van de bouwmogelijkheden die zich zullen voordoen.
Evenzeer is het onzeker hoever de formole procedure tot vaststelling
van het gedetailleerde plan zal zijn gevorderd, op het moment, dat
een bouwplan uitvoeringsgereed is, dat wil zeggen mede door de ge
meente accord is bevonden. Daar bebouwing van dit gebied urgent is,
zijn onder andere in artikel 3 'van 3-® bestemmingsvoorschriften (woon
gebied, klasse E) een aantal criteria opgenomen, opdat reeds in de
fase van "vlekkenplan" kan worden gebouwd.
Hu de commissie van mening is dat hot plan te globaal is, ware ter
wille van de haalbaarheid van stedebouwkunöig- en onteigeningsplan,
haar advies om in de voorschriften op te nomen dat"het bouwen dient
plaats te vinden overeenkomstig de uitwerking door burgemeester en
wethouders" op te volgen. Het gevolg daarvan kan echter zijn, dat
met de bouwuitvoering eerst op een (wat) later tijdstip kan worden
begonnen.
Op enkele andere punten hebben de opmerkingen van de commissie geleid
tot wijziging van de voorschriften. Wij mogen U hiervoor naar het
ontwerp-besluit verwijzen.
De uitwerkingsregels (artikel 28 bestemmingsvoorschriften) moeten wor
den gezien in samenhang met de eisen zoals b.v. vermeld in artikel 3
van deze voorschriften, die ook voor de plandetaillering - behoudens
afwijkingsbevoegdheid - blijven gelden. In het kader van deze totali
teit achten wij de richting waarin de uitwerking gestalte moet krij
gen, bepaald.
Burgemeester en wethouderd van Breda,
Merkx burgemeester.
Van de Dam
secretaris.