gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlage nr. 16
2 januari 1969
OS0/23O43 Voorstel van burgemeester en wethouders in
zake de mensa.
Door Uw raad werden op 12 oktober 1967 en 18 juli 1968 besluiten genomen
met betrekking tot de exploitatie van een mensa in het gemeentelijk sport
centrum ten behoeve van de leerlingen van de scholen voor voortgezet onder-
wijs.
In laatstgenoemde vergadering heeft Uw raad zich ermede akkoord verklaard,
dat het mensa-experiment in het schooljaar 1968/1969 zou worden voortgezet.
In cns voorstel d.d. 10 juli 1968, bijlage nr. 308, zijn een aantal maat
regelen genoemd op grond waarvan de verwachting gerechtvaardigd leek, dat
het aantal mensadeelnemers in de periode augustus - december 1968 zou stij
gen.
Hoewel in de maanden augustus en september - in welke maanden de zogenaamde
kennismakingsweken van de eerstejaars studenten vielen - het gemiddeld mensa-
bezoek per dag bijna 80 bedroeg, gaven de maanden oktober, november en decem
ber 1968 slechts een daggemiddelde van circa 45 te zien.
Het financieel verslag over het jaar 1968 treft U hierbij aan.
De exploitatie van de mensa geeft over het gehele jaar 1968 een nadelig
saldo te zien van 9.855,in dit bedrag is 5.835»begrepen waartoe
Uw raad in zijn vergadering van 18 juli 1968 een krediet voteerde.
Met inachtneming van Uw besluit d.d. 18 juli 1968 komt het ons - ter wille
van de studenten die gebruik maken van de mensa - gewenst voor het mensa
experiment tot aan het einde van het schooljaar 1968/1969 voort te zetten.
Indien in april 1969 vergeleken met nu geen aanzienlijke verbetering in de
situatie is opgetreden - dit wil zeggen de mensa nagenoeg rendabel is - zijn
wij niet voornemens Uw raad het voorstel te doen de mensa na het schooljaar
1968/1969 te continueren.
Wij mogen er Uw aandacht op vestigen, dat wij vorenstaande reeds kenbaar
hebben gemaakt aan de leden van de begeleidingscommissie van de mensa.
Wij stellen U voor:
a. bijgaand verslag en vorenstaande voor kennisgeving aan te nemen;
