I. bijlage nr. 177 In 1961 onderging het karakter van het dagverblijf een ver andering. Aaanvankelijk nam het werk-element een belangrijke plaats in bij de verzorging van de geestelijk gehandicapten in het dagverblijf, maar door het in werking treden van de z.g. Gemeentelijke Sociale Werkvoorzieningsregeling voor handarbeiders kon een belangrijk aantal gehandicapten worden overgeplaatst naar de werkplaats voor aangepaste arbeid "de Brandelaar"Het gevolg hiervan was dat het dagverblijf in de toekomst alleen bedoeld zou zijn voor die geestelijk gehandicapten, wier handicap als zodanig een betrekkelijk statisch karakter heeft en die niet aan onderwijs of aange paste arbeidsvoorzieningen kunnen deelnemen, maar van wie kan. worden aangenomen dat door een sociale en pedagogische vorming training en begeleiding een zodanige mate van sociale redzaam heid bereikt kan worden, dat handhaving in het natuurlijk milieu in beginsel mogelijk is. Deze ontwikkeling heeft er toe geleid, dat de eigen inkomsten van de stichting in deze periode aanzienlijk terugliepen als gevolg van de afwezigheid van het produktief-bezig zijn, het geen uiteraard een negatief effekt had op de exploitatie resultaten. II. In 1964 ging het rijk over tot erkenning van een aantal dagver blijven als experimentele dagverblijven, hetgeen inhield dat een rijkssubsidie werd toegekend tot maximaal het netto exploitatie tekort in enig jaar. Ook het dagverblijf van de Kardinaal de Jong-stichting werd als zodanig erkend. Op grond van do ervaringen met de experimentele dagverblijven trad op 2 juni 1965, met terugwerkende kracht tot 1 januari 1965, de "voorlopige rijkssubsidieregeling dagverblijven voor gehandicapten" in werking. Op grond van deze regeling werd het rijkssubsidie bepaald op 40>j van de subsidiabele exploitatie lasten, gebonden aan in de bijlage der regeling genoemde maxima Met ingang van 1 oktober 1967 is het rijkssubsidiepercentage verhoogd van 40 tot 60>j. I11 dit jaar is tevens bepaald dat voor hot dagverblijf van de Kardinaal de Jong-stichting het in de rijkssubsidieregeling neergelegde subsidieplafond niet meer van toepassing zou zijn. Met ingang van 1 januari 1969 is het rijkssubsidiepercentage opnieuw verhoogd en wel tot 75/d, ter wijl bovendien verwacht mag worden dat nog gedurende de zittings periode van het huidige kabinet dit percentage verder zal worden opgetrokken tot 90/-. De geleidelijke verruiming in de subsidiëring vanwege het rijk is bedoeld om te komen tot een betere aansluiting aan de sub sidiëring vanwege de lagere overheid. III. Het bestuur van de stichting is voornemens om nog dit jaar de verzorging van geestelijk gehandicapten in het dagverblijf uit te breiden tot de zeer jeugdige geestelijk gehandicapten, de categorie van 3 tot 6 jaar. Ook een dergelijk dagverblijf komt in aanmerking voor de toepassing van de "voorlopige rijkssub sidieregeling dagverblijven voor gehandicapten". Met betrekicing tot de subsidiëring van dit dagverblijf door de gemeente be reikt Uw raad een afzonderlijk voorstel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1969 | | pagina 393